Cette leçon contient 16 diapositives, avec diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
ARCHEOLOGIE
Slide 1 - Diapositive
Archeologie
Arkhaio (oud-grieks) -> oud
Logos (oud-grieks) -> woord, leer
Slide 2 - Diapositive
Archeologen en historici doen beide onderzoek naar het verleden van de mensheid
Slide 3 - Diapositive
Wat is dan het verschil?
Slide 4 - Diapositive
Opgraven: vooronderzoek
Slide 5 - Diapositive
Opgraven: voorwerk
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Opgraven: documenteren
Slide 8 - Diapositive
Opgraven: hard werken!
Slide 9 - Diapositive
Opgraven: vondsten verwerken
Slide 10 - Diapositive
Opgraven: documentatie
Slide 11 - Diapositive
Na het opgraven: onderzoek!
Slide 12 - Diapositive
Na het opgraven: restauratie!
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
MUSEA
Slide 15 - Diapositive
Even rookpauze
Deze metselaar houdt samen met zijn vrienden een rookpauze. Zijn tabak en pijpjes liggen voor hem op tafel. Tabak komt oorspronkelijk uit Amerika, en werd in de 16e eeuw razendsnel populair in Europa. Ook in Nederland werd overal gerookt: thuis, in winkels, soms zelfs in de kerk. De vraag naar tabak was zo hoog, dat de WIC en de VOC eigen tabaksplantages aanlegden. Ook de productie van rookgerei bracht geld op.
Een populaire drank
In de 17e eeuw werd koffie een populaire drank. Hier zie je hoe rijke mensen hun koffie destijds dronken: uit het schoteltje. Koffie wordt gemaakt van bonen van de koffieplant. Deze plant groeide alleen rond de Arabische plaats Mokka en daardoor had de stad het monopolie op de handel. Maar nadat VOC-kooplieden een aantal planten hadden meegesmokkeld, was het monopolie gebroken en kon de VOC als eerste compagnie handelen in eigen koffiebonen.
Een jurk van katoen en zijde
In de 17e eeuw droegen de meeste Europeanen kleding van wol. Maar het was moeilijk om daar chique kleren van te maken. Rijke mensen droegen daarom liever kleding van katoen en zijde, zoals het meisje op dit schilderij. Deze stoffen kwamen helemaal uit Azië. Europese compagnieën stichtten handelsposten in India om de stoffen daar in te kopen. Later legden ze plantages aan in Amerika om zelf katoen te produceren.
Zo ontstond Delfts blauw
Door de ontdekkingsreizen ontstond er veel vraag naar Chinees porselein. Fabriekjes in Delft gingen de populaire Chinese koppen en vazen namaken. Dit blauwwitte aardewerk kreeg de naam ‘Delfts blauw’ en werd in heel Europa verkocht. Eerst werden de Chinese voorbeelden in zijn geheel nagemaakt, inclusief de tekeningen, zoals op deze schotel. Maar na verloop van tijd werd het aardewerk ook versierd met eigen tekeningen, van bijvoorbeeld molens en schepen.