H4.3 De man

Basisstof 2 
Een vrouw 
(Wat weet je nog?)
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Basisstof 2 
Een vrouw 
(Wat weet je nog?)

Slide 1 - Diapositive

In welk orgaan worden de eicellen bewaard?
A
eileider
B
eierstok
C
baarmoeder
D
vagina

Slide 2 - Quiz

In welk orgaan kan een eicel worden bevrucht?
A
eileider
B
eierstok
C
baarmoeder
D
vagina

Slide 3 - Quiz

In welk orgaan zal een kindje groeien en zich ontwikkelen?
A
eileider
B
eierstok
C
baarmoeder
D
vagina

Slide 4 - Quiz

Janneke wordt op 2 april ongesteld.
Wanneer zal zij haar eerstvolgende eisprong hebben?
A
9 april
B
16 april
C
23 april
D
30 april

Slide 5 - Quiz

Basisstof 3 Een Man
(blz. 29-31)
Lesdoelen:
4.3.5 Je kunt de delen van het voortplantingsstelsel van een man noemen met hun functies en kenmerken.
4.3.6 Je kunt de kenmerken van zaadcellen en eicellen noemen.

Slide 6 - Diapositive

Wat weet je al van het voortplantingsstelsel van een man?

Slide 7 - Carte mentale

Slide 8 - Diapositive

Het scrotum regelt de perfecte temperatuur!

Slide 9 - Diapositive

Hormoonklieren
- Hypofyse
- Teelballen

Slide 10 - Diapositive

Erectie

Slide 11 - Diapositive

Zaadcel:
  • kop (DNA)
  • mitochondriën
  • zweephaar

Slide 12 - Diapositive

Zaadcellen
 
- In sperma
- Steeds opnieuw gemaakt.
- Hebben enzymen waarmee ze de wand
van de eicel in kunnen gaan.

Slide 13 - Diapositive

Lesdoelen gehaald?
  • 4.3.5 Je kunt de delen van het voortplantingsstelsel van een man noemen met hun functies en kenmerken.
  • 4.3.6 Je kunt de kenmerken van zaadcellen en eicellen noemen.

Slide 14 - Diapositive

Zet de organen in de juiste volgorde van een zaadlozing.
1
2
3
4
5
6
Prostaat
Zaadleider
Zaadblaasje
Teelbal
Bijbal
Urine-buis

Slide 15 - Question de remorquage

Teelballen
Zaadleiders
Zaadblaasjes
Prostaat
Bijballen
Maakt zaadcellen
Opslagplaats voor zaadcellen
Zorgt voor vervoer van zaadcellen
Voegt vocht toe aan zaadcellen
Voegt vocht en voedingsstoffen toe aan zaadcellen

Slide 16 - Question de remorquage

Waarvoor dient het vocht uit de zaadblaasjes?
A
het doodt bacteriën
B
het geeft voedsel aan de zaadcellen
C
het maakt de vagina minder zuur

Slide 17 - Quiz

Waarvoor dienen de zwellichamen?
A
ze zorgen voor een erectie
B
regelen de temperatuur
C
ze produceren zaadvocht
D
ze helpen een orgasme te bereiken

Slide 18 - Quiz

Wat is de functie van de teelballen?
A
ze maken alleen zaadcellen
B
ze maken alleen zaadvocht
C
ze maken het geslachtshormoon
D
ze maken zaadcellen en het geslachtshormoon

Slide 19 - Quiz

Hoe is een zaadcel opgebouwd?

Slide 20 - Question ouverte

Als een zaadcel een eicel heeft bevrucht, dan kunnen andere zaadcellen er nog bij.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quiz

Aan de slag!
Maak de opdrachten 1 t/m 4 + 7

Samen: opdracht 2

Slide 22 - Diapositive