Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
7.1, 7.4, 7.5 - Herhaling werkwoord en coniunctivus praesens in de bijzin
Herhaling Werkwoord en Coniunctivus Praesens in de Bijzin
1 / 46
suivant
Slide 1:
Diapositive
Latijn
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
Cette leçon contient
46 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
45 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Herhaling Werkwoord en Coniunctivus Praesens in de Bijzin
Slide 1 - Diapositive
Herhaling persoonsvormen
Slide 2 - Diapositive
Hak de volgende persoonsvorm (zet streepjes tussen de verschillende onderdelen):
monebamur
Voorbeeld: didic-era-m
Slide 3 - Question ouverte
Vertaal de persoonsvorm van de vorige vraag:
monebamur
Slide 4 - Question ouverte
Hak de volgende persoonsvorm (zet streepjes tussen de verschillende onderdelen):
laesisti
Voorbeeld: didic-era-m
Slide 5 - Question ouverte
Vertaal de persoonsvorm van de vorige vraag:
laesisti
Slide 6 - Question ouverte
Hak de volgende persoonsvorm (zet streepjes tussen de verschillende onderdelen):
cogor
Voorbeeld: didic-era-m
Slide 7 - Question ouverte
Vertaal de persoonsvorm van de vorige vraag:
cogor
Slide 8 - Question ouverte
Hak de volgende persoonsvorm (zet streepjes tussen de verschillende onderdelen):
claudetis
Voorbeeld: didic-era-m
Slide 9 - Question ouverte
Vertaal de persoonsvorm van de vorige vraag:
claudetis
Slide 10 - Question ouverte
Hak de volgende persoonsvorm (zet streepjes tussen de verschillende onderdelen):
iecerant
Voorbeeld: didic-era-m
Slide 11 - Question ouverte
Vertaal de persoonsvorm van de vorige vraag:
iecerant
Slide 12 - Question ouverte
Hak de volgende persoonsvorm (zet streepjes tussen de verschillende onderdelen):
collecti eramus
Voorbeeld: didic-era-m
Slide 13 - Question ouverte
Vertaal de persoonsvorm van de vorige vraag:
collecti eramus
Slide 14 - Question ouverte
De modus van een werkwoord
Indicativus, imperativus, coniunctivus
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Diapositive
Slide 23 - Diapositive
Slide 24 - Diapositive
Slide 25 - Diapositive
Slide 26 - Diapositive
Slide 27 - Diapositive
Indicativus of coniunctivus?
veniamus
(venire)
A
indicativus
B
coniunctivus
Slide 28 - Quiz
Indicativus of coniunctivus?
videant
(vidēre)
A
indicativus
B
coniunctivus
Slide 29 - Quiz
Indicativus of coniunctivus?
rogas
(rogare)
A
indicativus
B
coniunctivus
Slide 30 - Quiz
Indicativus of coniunctivus?
mittes
(mittere)
A
indicativus
B
coniunctivus
Slide 31 - Quiz
Indicativus of coniunctivus?
salutetis
(salutare)
A
indicativus
B
coniunctivus
Slide 32 - Quiz
Slide 33 - Diapositive
Vertaal de zin:
Pater servos mittit, ut filios quaerant.
Slide 34 - Question ouverte
Vertaal de zin:
Tam vehemens est tempestas, ut in silva multae arbores deleantur.
(tempestas = storm)
Slide 35 - Question ouverte
Vertaal de zin:
Cum auxilio egebis, te semper iuvabo.
Slide 36 - Question ouverte
Vertaal de zin:
Puer gaudet, cum a patre laudetur
Slide 37 - Question ouverte
Vertaal de zin:
Magno clamore liberi ludunt, ut mater verba patris vix audire possit.
Slide 38 - Question ouverte
Vertaal de zin:
Cives pauperes timent, ne postea pecunia eis deficiant.
Slide 39 - Question ouverte
Indirecte vragen
Een
indirecte vraag
is een vraag waar geen vraagteken achter staat. Er is in een indirecte vraag wel altijd een vraagwoord.
Vergelijk:
Wat ben je aan het doen? (= gewone (directe) vraag)
Ik vraag wat je aan het doen bent. (= indirecte vraag).
Slide 40 - Diapositive
Slide 41 - Diapositive
Maak van de twee zinnen een hoofdzin met een indirecte vraag:
Ubi pater est? Nescitis.
Slide 42 - Question ouverte
Vertaal de zin die je bij de vorige vraag gemaakt hebt:
Nescitis ubi pater sit.
Slide 43 - Question ouverte
Maak van de twee zinnen een hoofdzin met een indirecte vraag:
Quantum pondus frumenti a senatu plebe datur? Haud constat.
Slide 44 - Question ouverte
Vertaal de zin die je bij de vorige vraag gemaakt hebt:
Haud constat quantum pondus frumenti a senatu plebi detur.
Slide 45 - Question ouverte
Slide 46 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
coniunctivus vormen en vertaalregels
Septembre 2024
- Leçon avec
31 diapositives
Latijn
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Claudius en coniunctivus
Mars 2021
- Leçon avec
19 diapositives
Latijn
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Extra vragen Argumentatio 2 tekst 3D (par 95)
Mars 2021
- Leçon avec
10 diapositives
Latijn
Middelbare school
vwo
Leerjaar 6
47 Latijn coniunctivus (alles)
Février 2022
- Leçon avec
19 diapositives
Latijn
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
cum, ut en ne + coniunctivus
Mars 2021
- Leçon avec
19 diapositives
Latijn
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Disco hfst 25 uitleg coniunctivus
Mars 2020
- Leçon avec
22 diapositives
Latijn
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Coniunctivus in hoofd- en bijzinnen
Mai 2022
- Leçon avec
16 diapositives
Latijn
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
Weektaak 10 2G1 LTC
Mars 2021
- Leçon avec
24 diapositives
Latijn
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2