Claudius en coniunctivus

• Latijn
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

In deze les...

1. Keizer Claudius

2. Herhaling coniunctivus

3. Oefening coniunctivus als vraagzin

44 v. Chr.

27 v. Chr. - 14 na Chr.

14 - 37

37 - 41

41 - 54

Augustus

Claudius

Caesar

Tiberius

Caligula

Keizer Claudius (41-54)

• Hij sleepte met zijn voet
• Hij stotterde
• Zijn hoofd en handen beefden
• Daarom trok hij zich lange tijd terug op zijn landgoederen

Keizer Claudius (41-54)

• Na de moord op zijn neef werd Claudius de nieuwe keizer 
• Hij loste meteen het graantekort op:
• Hij bouwde bijvoorbeeld de haven van Ostia uit en legde nieuwe wegen en de Aqua Claudia aan
• Hij greep in bij onrusten in Romeinse provinciën

 

Keizer Claudius (41-54)

• Claudius trouwde viermaal
• Uit het derde huwelijk had Claudius twee kinderen: Octavia en Britannicus
• Het vierde huwelijk was met Claudius neef' Agrippina
• Zij had al een zoon: Nero

 

Keizer Claudius (41-54)

• Agrippina wilde graag dat Nero keizer werd
• Ze wist Claudius zover te krijgen dat hij Nero adopteerde
• Agrippina vergiftigde Claudius (waarschijnlijk) en de weg voor Nero was vrij om keizer te worden

 

In deze les...

1. Keizer Claudius

2. Herhaling coniunctivus

3. Oefening coniunctivus als vraagzin

Wat was de coniunctivus ook alweer?

• De indicativus geeft feiten weer
• De coniunctivus geeft een gevoel weer

De coniunctivus: wat was het ook alweer?

1. Wens/hoop: (utinam) vincant
   
2. Aansporing: vincamus
   
3. Twijfel: quos vincam?
   
4. Verbod (con prs + ne): ne quem vincatis
   
5. Mogelijkheid: vincant
   
6. Waarschijnlijkheid: vincat

1. Ik hoop dat / moge zij overwinnen
   
2. Laten we overwinnen
   
3. Wie moet ik overwinnen?
   
4. Jullie moeten hem niet overwinnen
   
5. Zij kunnen overwinnen
   
6. Zij zal wel overwinnen
   

Dicamus!

1. Wens
2. Aansporing
3. Twijfel
4. Verbod

Ne dicatis!

1. Wens
2. Aansporing
3. Twijfel
4. Verbod

Utinam dicant!

1. Wens
2. Aansporing
3. Twijfel
4. Verbod

In deze les...

1. Keizer Claudius

2. Herhaling coniunctivus

3. Oefening coniunctivus als vraagzin

Coniunctivus in de bijzin

• In sommige bijzinnen is de coniunctivus verplicht
• Toch mag je de coniunctivus vaak gewoon als een indicativus vertalen!
• Een voorbeeld hiervan is een bijzin met een vraag:
• Cur taces? (Directe vraag)
• Rogo, cur taceas. (Indirecte vraag)

Oefening

• Maak van de zin steeds een indirecte vraag:
  
• Bijvoorbeeld: cur taces? Non intellego.
  
• --> Non intellego, cur taceas.

Quo Claudius curret? Nescio.

Ubi Claudius est? Miles non vident.

Onthoud:

• Bij een indirecte vraag staat persoonsvorm van de bijzin in de coniunctivus
• Je vertaalt de coniunctivus als een indicativus