Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Today
Energizer with Prince Harry
Grammar explanation
Slide 1 - Diapositive
Energizer
Today we're going to watch an interview of
James Corden
(well- known from Carpool Karaoke and The Late Late Show)
with a very famous person.
First some questions to get you warmed up...
Slide 2 - Diapositive
Harry and Meghan interview
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Vidéo
What issues do Harry & Meghan have with the British press?
Slide 5 - Carte mentale
Let's watch!
There will be some questions you have to answer during this interview so pay attention...
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Vidéo
01:13
Why has Harry never been on an open top bus?
Slide 8 - Question ouverte
03:45
Why do they go the house of the Fresh Prince of Bell-Air?
A
Because Harry likes the series
B
Because James likes Will Smith
C
Because it could be a house for Harry and Meghan to live in
D
Because James likes the series
Slide 9 - Quiz
06:12
Why does James call Meghan?
Slide 10 - Question ouverte
08:26
Why does Harry have an issue with the way he and Meghan are portrayed in the media?
Slide 11 - Question ouverte
11:40
Why did Harry decide to take a step back from the royal family?
Slide 12 - Question ouverte
Past simple vs past continuous
Slide 13 - Diapositive
Doel ...
Ik herken de verleden tijd. Ik kan onderscheid maken tussen een past simple en een past continuous. Ik weet wanneer iets een momentopname was of wanneer iets langer heeft geduurd in het verleden.
Ik weet hoe en wanneer ik de past continuous en de past simple moet toepassen.
Slide 14 - Diapositive
Past continuous
Hoe maak je die?
She was walking to school, when her phone rang.
I was drinking some tea, when my husband was working.
What were you thinking of (when I interupted you)?
Dus de regel is: .................................
Slide 15 - Diapositive
Past Continuous
was
of + ww + ing
were
He was cleaning the house.
Slide 16 - Diapositive
Past Continuous
Slide 17 - Diapositive
Duurvorm van de verleden tijd
I was playing a game in my room.
Ik was een spelletje aan het spelen in mijn kamer.
She was talking to her friend.
Ze was aan het praten met haar vriend.
We were cooking dinner.
Slide 18 - Diapositive
Dus onthoud dit:
Je maakt de vorm door eerst te kiezen uit was of were
I was
He was
She was
It was
En daarna schrijf je het werkwoord op en zet je er ing achter!
Slide 19 - Diapositive
Je was al tv aan het kijken op het
moment dat er werd gebeld.
Slide 20 - Diapositive
Past Continous en Past Simple
Past Continuous = aan de gang in het verleden (waren aan het..., zaten te...)
Past Simple = iets gebeurde op een bepaald moment in het verleden
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Vidéo
Past simple or Past continuous?
I was having a shower yesterday.
A
Past simple
B
Past continuous
Slide 23 - Quiz
Was Andrew playing computer games?
A
Past Continuous
B
Simple Past
Slide 24 - Quiz
We sang that song yesterday.
A
Past Simple
B
Past continuous
Slide 25 - Quiz
Dus....hoe maak je de past continuous?
Slide 26 - Question ouverte
Bij welke personen gebruik je 'was' en bij welke personen gebruik je 'were'?
Slide 27 - Question ouverte
Dus......wanneer gebruik je de past continuous
Slide 28 - Question ouverte
Wanneer gebruik je de past simple (verleden tijd)?
Slide 29 - Question ouverte
create.kahoot.it
Slide 30 - Lien
Modal verbs
When we use may, might, should and shouldn't.
What the difference is.
Slide 31 - Diapositive
May + hele ww
Might + hele ww
Formeel
Heel formeel
Toestemming of mogelijkheid
Mogelijkheid
Misschien; mag/mogen
Heel misschien; mag
Zou mogen (beleefde vraag)
Zou mogen (heel beleefde vraag)
Voorstel
Voorstel
You may want to do it this way.
That might not be the best thing to do.
Slide 32 - Diapositive
Should + hele ww
Shouldn't + Hele ww
Zou eigenlijk moeten zijn
Zou eigenlijk niet moeten zijn
You should try to get some more exercise.
You shouldn't go out alone, it's dangerous!
Slide 33 - Diapositive
May / might
May + hele werkwoord = misschien, mag/mogen, zou mogen
Might + hele werkwoord = heel misschien, mag (heel formeel)
- You may go now.
- She might want to discuss it with you.
Slide 34 - Diapositive
...? I ask you a question sir?
A
may
B
might
Slide 35 - Quiz
She ..... ? be able to help you. She speaks Spanish
A
may
B
might
Slide 36 - Quiz
You ... (not) drive faster than 30km/h.
A
may not
B
might not
Slide 37 - Quiz
Zou (niet) moeten: should/shouldn't
Met 'should' geef je aan dat iets eigenlijk zou moeten. Met 'shouldn't' geef je aan dat iets eigenlijk niet zou moeten.
De vorm is heel simpel! Should/shouldn't + hele werkwoord Voorbeeld: You should drink more water! Voorbeeld: I shouldn't waste my time like this.