Past Cont + modals 18.01

Today
Energizer with Prince Harry
Grammar explanation

1 / 41
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Today
Energizer with Prince Harry
Grammar explanation

Slide 1 - Diapositive

Energizer 
Today we're going to watch an interview of 
 James Corden
(well- known from Carpool Karaoke and The Late Late Show)
with a very famous person.

First some questions to get you warmed up...

Slide 2 - Diapositive

Harry and Meghan interview

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

What issues do Harry & Meghan
have with the British press?

Slide 5 - Carte mentale

Let's watch!
There will be some questions you have to answer during this interview so pay attention...

Slide 6 - Diapositive

5

Slide 7 - Vidéo

01:13
Why has Harry never been on an open top bus?

Slide 8 - Question ouverte

03:45
Why do they go the house of the Fresh Prince of Bell-Air?
A
Because Harry likes the series
B
Because James likes Will Smith
C
Because it could be a house for Harry and Meghan to live in
D
Because James likes the series

Slide 9 - Quiz

06:12
Why does James call Meghan?

Slide 10 - Question ouverte

08:26
Why does Harry have an issue with the way he and Meghan are portrayed in the media?

Slide 11 - Question ouverte

11:40
Why did Harry decide to take a step back from the royal family?

Slide 12 - Question ouverte

Past simple vs past continuous

Slide 13 - Diapositive

Doel ...
Ik herken de verleden tijd. Ik kan onderscheid maken tussen een past simple en een past continuous. Ik weet wanneer iets een momentopname was of wanneer iets langer heeft geduurd in het verleden.
Ik weet hoe en wanneer ik de past continuous en de past simple moet toepassen.

Slide 14 - Diapositive

Past continuous
Hoe maak je die?
She was walking to school, when her phone rang.
I was drinking some tea, when my husband was working.
What were you thinking of (when I interupted you)?

Dus de regel is: .................................


Slide 15 - Diapositive

Past Continuous
was
                                   of        +  ww   +  ing
were

He was cleaning the house.

Slide 16 - Diapositive

Past Continuous

Slide 17 - Diapositive

Duurvorm van de verleden tijd

I was playing a game in my room.

Ik was een spelletje aan het spelen in mijn kamer.

She was talking to her friend.

Ze was aan het praten met haar vriend.

We were cooking dinner.

Slide 18 - Diapositive

Dus onthoud dit: 
Je maakt de vorm door eerst te kiezen uit was of were
I was
He was
She was 
It was
En daarna schrijf je het werkwoord op en zet je er ing achter!

Slide 19 - Diapositive

Je was al tv aan het kijken op het 
 moment dat er werd gebeld.

Slide 20 - Diapositive

Past Continous en Past Simple
Past Continuous = aan de gang in het verleden (waren aan het..., zaten te...)




Past Simple = iets gebeurde op een bepaald moment in het verleden

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Vidéo

Past simple or Past continuous?

I was having a shower yesterday.
A
Past simple
B
Past continuous

Slide 23 - Quiz

Was Andrew playing computer games?
A
Past Continuous
B
Simple Past

Slide 24 - Quiz

We sang that song yesterday.
A
Past Simple
B
Past continuous

Slide 25 - Quiz

Dus....hoe maak je de past continuous?

Slide 26 - Question ouverte

Bij welke personen gebruik je 'was' en bij welke personen gebruik je 'were'?

Slide 27 - Question ouverte

Dus......wanneer gebruik je de past continuous

Slide 28 - Question ouverte

Wanneer gebruik je de past simple (verleden tijd)?

Slide 29 - Question ouverte

Slide 30 - Lien

Modal verbs 

  • When we use may, might, should and shouldn't.
  • What the difference is.

Slide 31 - Diapositive

May + hele ww
Might + hele ww
Formeel
Heel formeel
Toestemming of mogelijkheid
Mogelijkheid
Misschien; mag/mogen
Heel misschien; mag
Zou mogen (beleefde vraag)
Zou mogen (heel beleefde vraag)
Voorstel
Voorstel
You may want to do it this way.
That might not be the best thing to do.

Slide 32 - Diapositive

Should + hele ww
Shouldn't + Hele ww
Zou eigenlijk moeten zijn
Zou eigenlijk niet moeten zijn
You should try to get some more exercise.
You shouldn't go out alone, it's dangerous!

Slide 33 - Diapositive

May / might
May + hele werkwoord = misschien, mag/mogen, zou mogen
Might + hele werkwoord = heel misschien, mag (heel formeel)

- You may go now.
- She might want to discuss it with you.

Slide 34 - Diapositive

...? I ask you a question sir?
A
may
B
might

Slide 35 - Quiz

She ..... ? be able to help you. She speaks Spanish
A
may
B
might

Slide 36 - Quiz

You ... (not) drive faster than 30km/h.
A
may not
B
might not

Slide 37 - Quiz

Zou (niet) moeten: should/shouldn't
Met 'should' geef je aan dat iets eigenlijk zou moeten.
Met 'shouldn't' geef je aan dat iets eigenlijk niet zou moeten. 

De vorm is heel simpel!
Should/shouldn't + hele werkwoord
Voorbeeld: You should drink more water!
Voorbeeld: I shouldn't waste my time like this.

Slide 38 - Diapositive

Geef advies: Je moet je huiswerk maken.

Slide 39 - Question ouverte

Geef advies: Je moet niet zo stom doen

Slide 40 - Question ouverte

Now what?
Learnbeat 

Slide 41 - Diapositive