Teksten lezen/Luisteren/Door elkaar heen
De docent geeft vijf leerlingen een verhaaltje. Hij geeft de leerlingen de opdracht de tekst voor te lezen aan de klas. De andere leerlingen moeten luisteren.
De leerlingen zullen dan tegelijk gaan lezen. De docent vraagt dan vervolgens vragen over de teksten aan de andere kant van de klas dan waar de tekst werd voorgelezen. Hebben zij kunnen horen waar de teksten over gingen. Waarom niet?
De leerlingen krijgen vervolgens allemaal dezelfde stuk tekst toegewezen. De leerlingen moeten zelf bepalen wie wanneer gaat lezen. De docent zegt stop wanneer iemand moet stoppen met lezen en iemand anders moet beginnen, maar geeft niet aan wie. Zo leren ze rekening te houden met de omgeving en hun gedrag te inhibiteren.