Taalwondertjes les 1

1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Doel
  • Je weet wat een vergelijking is
  • Je weet wat een metafoor is
  • Je weet wat personificatie is
  • Je weet wat een eufemisme is
  • Je weet wat een hyperbool is
  • Je weet wat een understatement is
  • Je kunt in de zin aangeven welk van bovenstaande stijlfiguren het is.

Slide 2 - Diapositive

vergelijking

Je zet het beeld en het object naast elkaar

Vaak bijv. het woordje "als" in de zin, of "lijkt wel" of "is net..."


Na de les leek het lokaal op een slagveld.

lokaal= object

slagveld= beeld

Slide 3 - Diapositive

metafoor
  • Bij het metafoor vallen het object en het beeld samen.
  • Je vervangt het object helemaal door het beeld


Bijvoorbeeld:

- In Egypte hebben we op het schip der woestijn gezeten.


Metaforen komen vaak voor in spreekwoorden.

Slide 4 - Diapositive

Personificatie
  • Je geeft een voorwerp, plant, dier of abstract begrip (liefde, verdriet) menselijke eigenschappen


Bijvoorbeeld:

- De planten snakken naar wat water.

- De toekomst lacht me tegemoet.

Slide 5 - Diapositive

Hij is zo doof als een kwartel.
A
metafoor
B
vergelijking
C
personificatie

Slide 6 - Quiz

Het opvangkamp bood de vluchtelingen een veilige haven.
A
metafoor
B
vergelijking
C
personificatie

Slide 7 - Quiz

Leon, een boom van een vent, sloeg de inbreker neer.
A
metafoor
B
vergelijking
C
personificatie

Slide 8 - Quiz

Als de kat van huis is, dansen de muizen op tafel.
A
metafoor
B
vergelijking
C
personificatie

Slide 9 - Quiz

De kerktoren kijkt uit over de hele stad.
A
metafoor
B
vergelijking
C
personificatie

Slide 10 - Quiz

De leraar zat tijdens het proefwerk mistig voor zich uit te kijken.
A
Vergelijking
B
Metafoor
C
Personificatie

Slide 11 - Quiz

Met lood in zijn schoenen begon hij de wedstrijd.
A
Vergelijking
B
Metafoor
C
Personificatie

Slide 12 - Quiz

Toen hij dat geluid hoorde, greep de angst hem bij de keel.
A
Vergelijking
B
Metafoor
C
Personificatie

Slide 13 - Quiz

In dat huis heeft de armoede haar intrek genomen.
A
Vergelijking
B
Metafoor
C
Personificatie

Slide 14 - Quiz

Die vent is een beest en hoort in de gevangenis te zitten.
A
Vergelijking
B
Metafoor
C
Personificatie

Slide 15 - Quiz

Overdrijvingen en nuanceringen
- Eufemisme (verzachtende uitdrukking):  We hebben de kat laten inslapen. 
- Hyperbool (overdrijving): Dat heb ik nu al duizend keer gezegd...
- Understatement (afgezwakte uitdrukking) Hij had wel een mazzeltje toen hij in de Postcodeloterij tien miljoen won. 

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

De reactie van de man is een voorbeeld van een:
A
Eufemisme
B
Hyperbool
C
Understatement
D
Climax

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Diapositive

Dit is een voorbeeld van een..
A
Understatement
B
Hyperbool
C
Eufemisme
D
Omgekeerde climax

Slide 20 - Quiz

Max Verstappen na zege in Barcelona: "Het ging niet slecht"
Dit is een voorbeeld van een..
A
Hyperbool
B
Omgekeerde climax
C
Eufemisme
D
Understatement

Slide 21 - Quiz