Onderzoek en rapporteren

Ondezoek doen en rapporteren
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 3

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Ondezoek doen en rapporteren

Slide 1 - Diapositive

Wat voor cel is nummer 1?
A
Plant
B
Schimmel
C
Dier
D
Bacterie

Slide 2 - Quiz

Wat voor cel is nummer 2?
A
Plant
B
Schimmel
C
Dier
D
Bacterie

Slide 3 - Quiz

Wat voor cel is nummer 3?
A
Plant
B
Schimmel
C
Dier
D
Bacterie

Slide 4 - Quiz

Wat voor cel is nummer 4?
A
Plant
B
Schimmel
C
Dier
D
Bacterie

Slide 5 - Quiz

Welke voedselketen is goed genoteerd?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 6 - Quiz

Onderzoek
In de biologie testen wij onderzoeksvragen door onderzoek te doen.

Je onderzoek moet je altijd opschrijven zodat iemand anders het over kan doen.

Slide 7 - Diapositive

De stappen van een onderzoeksverslag
Een onderzoeksverslag bestaat uit verschillende stappen. Schrijf mee met de opdracht 17 uit je opdrachtenboekje.

Slide 8 - Diapositive

Onderzoeksvraag
  • Dit is de vraag die je gaat onderzoeken.
  • Let op: een onderzoeksvraag is dus altijd een vraag!

Slide 9 - Diapositive

Hypothese
  • Dit is wat jij denkt dat het antwoord is op de onderzoeksvraag.
  • Het mag geen gok zijn, hierbij gebruik je de kennis die je hebt geleerd bij biologie.

Slide 10 - Diapositive

Benodigdheden
  • Schrijf op welke materialen je hebt gebruikt voor je onderzoek.
  • Alle materialen moet genoteerd worden.

Slide 11 - Diapositive

Werkplan (methode)
  • Hier schrijf je op hoe het onderzoek uitgevoerd moet worden.
  • Soms moet je op een toets zelf een werkplan maken. Hoe je dat doet wordt nu uitgelegd.

Slide 12 - Diapositive

Onderzoek doen
Als je onderzoek doet maak je altijd twee groepen:

- Testgroep
-Controle groep

Slide 13 - Diapositive

Waar let op je op als een werkplan maakt?
  • Maak twee groepen van minstens 50 per groep.
  • Maak de omstandigheden voor beide groepen gelijk op één onderdeel na. Dit onderdeel is wat je onderzoekt.
  • Bepaal hoe lang je gaat onderzoeken.
  • Bepaal hoe je het effect van je onderzoek gaat bepalen.

Slide 14 - Diapositive

Resultaten
  • Alles wat je waarneemt en uitrekent noteer je in deze paragraaf.
  • Als het kan doe je dit in een tabel en een grafiek.

Slide 15 - Diapositive

Conclusie
  • Hier geef je antwoord op je onderzoeksvraag met behulp van je resulataten.

Slide 16 - Diapositive

Wat is de juiste volgorde
A
Onderzoeksvraag, benodigdheden, werkplan, resultaten, hypothese en conclusie
B
Onderzoeksvraag, hypothese, conclusie, benodigdheden, werkplan en resultaten
C
Onderzoeksvraag, hypothese, werkplan, benodigdheden, resultaten en conslusie
D
Onderzoeksvraag, hypothese, benodigdheden, werkplan, resultaten en conslusie

Slide 17 - Quiz

Diagrammen
  • Resultaten worden in diagrammen weergegeven. 
  • Op de toets moet je een staaf- en lijndiagram kunnen maken en aflezen.

Slide 18 - Diapositive

Wat voor diagram is dit?
A
Cirkeldiagram
B
Lijndiagram
C
Staafdiagram
D
Geen idee

Slide 19 - Quiz

Waarom is dit diagram fout?
A
De benoeming van de y-as ontbreekt
B
Je mag de staven niet zo benoemen
C
De y-as is niet goed ingedeeld
D
Geen idee

Slide 20 - Quiz

  • Regels voor diagrammen
  • De y-as begint altijd bij 0. Wordt in gelijke stappen ingedeeld. De eerste stap mag groter zijn, maar dan moet er wel een zaagtand bij.
  • Bij de y-as wordt een grootheid en eenheid vermeld (bv: leeftijd in jaren/ percentage zittenblijvers)
  • Dit geldt ook voor de x-as bij lijndiagrammen.
  • De staven krijgen altijd een naam via een legenda of onder de staaf.

Slide 21 - Diapositive

Aan de slag
  • Maak opdracht 18 t/m 29. Wat niet af is wordt huiswerk.
  • Heb je extra uitleg nodig? Kom deze dan nu vragen.
  • Wil je extra oefenen? De docent heeft extra oefenopdrachten.

Slide 22 - Diapositive

Wat hebben we deze les geleerd?

Slide 23 - Carte mentale