Herhaling Hoofdstuk 1

• Economie
• Middelbare school
• vmbo g, t, mavo
• Leerjaar 2

Waar denk je aan bij het woord behoefte?

Primaire behoeften

Secundaire behoeften

Product

Dienst

Reparatie aan je fiets

Les economie

Blikje cola

Taxi rit

Ipad

Frietje oorlog

Vakantie ticket

Wat is geen vorm van inkomen

1. Salaris
2. Uitkering
3. Lening
4. Winst

Van week naar maand =

Van maand naar week =

Bedrag x 52 : 12

Bedrag x 12 : 52

Je spaart € 45,- per week. Hoeveel is dit per maand?

1. € 195,-
2. € 180,-
3. € 200,-
4. € 190,-

Oeps... Je wasmachine is stuk...
Je moet een nieuwe aanschaffen.
Dit hoort bij:

1. Dagelijkse uitgave
2. Incidentele uitgave
3. Huishoudelijke uitgave
4. Vaste lasten

Het kopen van een nieuwe telefoon hoort bij...

1. Wekelijkse uitgaven
2. Incidentele uitgaven
3. Vaste lasten
4. Huishoudelijke uitgaven

Consumeren

Zelfvoorziening

Budget

Je voorziet in je behoefte zonder wat te kopen!

Goederen of diensten kopen om in je behoeften te voorzien

Het geld waarover je kunt beschikken

Het kopen van een nieuwe telefoon hoort bij...

1. Wekelijkse uitgaven
2. Incidentele uitgaven
3. Vaste lasten
4. Huishoudelijke uitgaven

Rond het getal af op 2 deciamelen:
€66,9899
Gebruik geen euro teken

Benzine tanken hoort bij...

1. Wekelijkse uitgaven
2. Incidentele uitgaven
3. Vaste lasten
4. Huishoudelijke uitgaven

Wat is geen basisbehoeften?

1. Kleding
2. Wifi
3. Dak boven je hoofd
4. Eten en Drinken

Rond het getal af op twee decimalen.
€440,25499
Gebruik geen euro teken

Incidentele uitgaven

Huishoudelijke uitgaven

Vaste lasten

Kleding

Nieuwe telefoon

Abonnement

Contributie

Snacks

Kapper

Wat hoort niet bij vaste lasten

1. Huur/Hypotheek
2. Aanschaf Wasmachine
3. Abonnementen
4. Gas/Water/Electra

Garantie

Deugdelijk product

Reclamemedium

De zekerheid dat een winkelier een product in orde maakt 

Een product dat bij normaal gebruik een redelijke tijd meegaat

Een middel waarmee een reclameboodschap wordt overgebracht.