Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Toets Thema 4
Ordening en Evolutie
Slide 1 - Diapositive
Wat is GEEN argument voor evolutie?
A
Fossielen
B
Rudimentaire organen
C
Overeenkomsten in cellen
D
Uitsterven van soorten
Slide 2 - Quiz
Hoe noemen we organen of resten van organen die hun functie zijn verloren?
Slide 3 - Question ouverte
In de afbeelding zijn de poot van een krokodil, de vleugels van een vleermuis en de vleugel van een vlieg getekend.
Welke van deze organen vertonen veel overeenkomst in bouw?
A
de poot van de krokodil en de vleugel van de vleermuis
B
de poot van een krokodil en de vleugel van een vlieg.
C
de vleugel van een vleermuis en de vleugel van een vlieg
Slide 4 - Quiz
Hier staan 2 beweringen. Welke is of zijn waar? 1. Verwantschap : Soorten hebben een gemeenschappelijke voorouder 2. Geologische tijdschaal: Weergave van de tijd sinds het ontstaan van de aarde, onderverdeeld in tijdperken
A
1: waar
2: nietwaar
B
1: nietwaar
2: waar
C
beide waar
D
beide nietwaar
Slide 5 - Quiz
Stamboom slangen. Met welk soort vertoont soort 2 de meeste verwantschap?
A
1
B
3
C
4
D
6
Slide 6 - Quiz
Op basis waarvan worden organismen bij biologie geordend?
A
Hoe groot dieren zijn
B
Op kleur
C
Gemeenschappelijke kenmerken
D
leeftijd
Slide 7 - Quiz
Pneumokokken zijn eencellige ziekteverwekkers die bij veel mensen in de slijmvliezen van neus- en keelholte voorkomen. Meestal veroorzaken ze geen ziekteverschijnselen. Maar soms hebben ze ernstige ziekten tot gevolg, zoals hersenvliesontsteking of longontsteking. Pneumokokken hebben wel een celwand, maar geen celkern. Tot welke groep behoren deze organismen?
A
Tot de bacteriën
B
Tot de dieren
C
Tot de planten
D
Tot de schimmels
Slide 8 - Quiz
Je bekijkt een cel onder de microscoop. Je ziet een celwand en celkern, maar geen bladgroenkorrels. Dit is een cel van?
A
bacterie
B
schimmels
C
plant
D
dier
Slide 9 - Quiz
Waar of niet waar?
Een spin heeft uitwendig skelet.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 10 - Quiz
Een bacterie plant zich voort door:
Slide 11 - Question ouverte
Hoe noem je een groep organismen van dezelfde soort die vruchtbare nakomelingen kunnen voortbrengen?
Slide 12 - Question ouverte
Noem de 3 domeinen waarin we organismen kunnen ordenen.
Slide 13 - Question ouverte
Welk RIJK heeft deze eigenschappen: geen bladgroen- wel een celkern- geen celwand
Slide 14 - Question ouverte
Is het dier niet-symmetrisch, tweezijdig symmetrisch of veelzijdig symmetrisch?
A
Niet-symmetrisch
B
Tweezijdig symmetrisch
C
Veelzijdig symmetrisch
Slide 15 - Quiz
Om bier te maken worden nuttige schimmels gebruikt
A
Dat is waar
B
Dat is niet waar
Slide 16 - Quiz
In een park komen eenden en merels voor. Behoren deze vogels tot dezelfde populatie? Leg je antwoord uit!
Slide 17 - Question ouverte
Tot welke stam van het plantenrijk hoort deze plant?
A
Naaktzadigen
B
Bedektzadigen
C
Bomen
D
Landplanten
Slide 18 - Quiz
Bij welke stam van het plantenrijk hoort deze plant?
A
Mossen
B
Varens
C
Zaadplanten
D
Paardenstaarten
Slide 19 - Quiz
De slang is een gewerveld dier. Tot welke klasse hoort deze?
A
Amfibieën
B
Reptielen
C
Vissen
D
Zoogdieren
Slide 20 - Quiz
Een dolfijn is levendbarend... Bij welke klasse hoort dit gewervelde dier?