Vragen (voortgezette) assimilatie

Vragen (voortgezette) assimilatie
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

Éléments de cette leçon

Vragen (voortgezette) assimilatie

Slide 1 - Diapositive

ANORGANISCH
ORGANISCH
Energierijk
Gebruikt door autotrofen
Gebruikt door reducenten
Grote moleculen
Vaak Kleinere moleculen
DNA
Nitraat
Ontstaan door koolstof assimilatie
Ontstaan door dissimilatie
ADP
ATP
Fosfaat P
Enzymen

Slide 2 - Question de remorquage

Welke van onderstaande moleculen
zijn organisch?
A
Koolhydraten
B
Aminozuren (bouwstenen eiwitten)
C
Mineralen
D
Vitamines

Slide 3 - Quiz

Het maken van glucose uit koolstofdioxide en water door autotrofe organismen heet ....
A
Assimilatie
B
Dissimilatie
C
Koolstofassimilatie
D
Voortgezette assimilatie

Slide 4 - Quiz

Het proces dat in de reactievergelijking hiernaast is weergegeven is een voorbeeld van..
A
assimilatie
B
dissimilatie

Slide 5 - Quiz

Welke processen vinden plaats in producenten?
A
alleen dissimilatie
B
alleen assimilatie
C
dissimilatie en assimilatie
D
geen van allen

Slide 6 - Quiz

Uit welke twee reacties bestaat fotosynthese?
A
lichtreactie en dissimilatie
B
energievorming en Calvincyclus
C
lichtreactie en Calvincyclus
D
energievorming en dissimilatie

Slide 7 - Quiz

Juist of onjuist?
'In de lichtreactie wordt met behulp van lichtenergie glucose gevormd'
A
juist
B
onjuist

Slide 8 - Quiz

Wat gebeurt er met de zuurstof die ontstaat bij de lichtreactie?
A
wordt gebruikt voor dissimilatie
B
verdwijnt via het huidmondje uit de plant
C
wordt weer terug gevormd tot water

Slide 9 - Quiz

Wat wordt er geproduceerd tijdens de lichtreactie?
A
ATP
B
NADH,H+
C
Zuurstof
D
Zowel ATP, NADH,H+ en zuurstof

Slide 10 - Quiz

Hiernaast zie je de vorming van sacharose. Naast sacharose ontstaat er nog een molecuul. Welk molecuul is dit?
A
H+
B
CO2
C
ATP
D
H2O

Slide 11 - Quiz

koolhydraten opbouwen: sleep de termen naar de juiste plaats
opbouwen
 tot
opbouwen
 tot
polysacharide
monosachariden
disachariden

Slide 12 - Question de remorquage

eiwitten opbouwen: sleep de termen naar de juiste plaats
opbouwen
 tot
opbouwen
 tot
di/tripeptiden
aminozuren
polypeptide

Slide 13 - Question de remorquage

vetten opbouwen: sleep de termen naar de juiste plaats
opbouwen
 tot
glycerol
triglyceride
losse vetzuren

Slide 14 - Question de remorquage

het molecuul uit de afbeelding behoort tot de ...
A
sachariden
B
peptiden
C
lipiden

Slide 15 - Quiz

het molecuul uit de afbeelding behoort tot de ...
A
sachariden
B
peptiden
C
lipiden

Slide 16 - Quiz

Wat is een essentieel aminozuur?
A
een aminozuur dat je lichaam zelf aanmaakt dus die hoef je niet met je voeding binnen te krijgen
B
een aminozuur dat je lichaam niet zelf aanmaakt dus die hoef je niet met je voeding binnen te krijgen
C
een aminozuur dat je lichaam zelf aanmaakt dus die moet je binnenkrijgen met je voeding
D
een aminozuur dat je lichaam zelf niet aanmaakt dus die moet je binnenkrijgen met je voeding

Slide 17 - Quiz

In welke vorm haalt de planten stikstof uit de grond?
A
Nitraat
B
Fosfaat
C
Koolstofdioxine
D
Ammoniak

Slide 18 - Quiz

Wat is geen eiwit?
A
Receptor
B
Cellulose
C
Testosteron
D
Amylase

Slide 19 - Quiz

Bekijk BiNaS 67F en H - Welke twee elementen komen wel voor in eiwitten maar niet in koolhydraten?
A
waterstof en zwavel
B
koolstof en stikstof
C
waterstof en koolstof
D
stikstof en zwavel

Slide 20 - Quiz

Hoeveel verschillende aminozuren kennen we?
A
20
B
48
C
64
D
126

Slide 21 - Quiz


A
dit is een koolhydraat
B
dit is een vet
C
dit is een eiwit
D
dit is een aminozuur

Slide 22 - Quiz


A
dit is een koolhydraat
B
dit is een vet
C
dit is een eiwit
D
dit is een aminozuur

Slide 23 - Quiz

Welke stof is dit?
A
Glucose
B
Vet
C
Eiwit
D
Zetmeel

Slide 24 - Quiz

Wat is een enzym?
A
eiwit
B
koolhydraat
C
vet
D
mineraal

Slide 25 - Quiz

Organisch of anorganisch?
Een eiwit is...
A
Organisch
B
Anorganisch

Slide 26 - Quiz

Welke binding wordt afgebroken bij het afbreken van eiwitten?
A
Proteasebindingen
B
Waterstofbindingen
C
Liefdesbindingen
D
Peptidebindingen

Slide 27 - Quiz

Het maken van eiwitten uit aminozuren is
A
dissimilatie
B
assimilatie

Slide 28 - Quiz

Waaruit bestaan eiwitten?
A
Vetzuren
B
Aminozuren
C
Nucleotiden
D
Galactosen

Slide 29 - Quiz

In welke vorm slaan we koolhydraten op in het lichaam?
A
Zetmeel
B
Glucagon
C
Glycogeen
D
Vetzuren

Slide 30 - Quiz