Nederlands kijk op taal H1

• Nederlands
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1

Kijk op taal: Woordenboek

Deze les gaat over werken met het woordenboek.

We leren:

* hoe we woorden kunnen vinden in het woordenboek,

* Welke informatie er in een woordenboek staat.

blz: 36

Noteer in je eigen woorden de betekenis van het woord herfst.

Herfst (of najaar) is 1 van de 4 seizoenen, naast de lente, zomer en winter. 

Noteer de betekenis van het woord herfst die in het woordenboek staat.

Herfst (of najaar) is 1 van de 4 seizoenen, naast de lente, zomer en winter. De herfst begint officieel op 21september en duurt t/m 20 december

Woordenboek

Woorden op Alfabet

Hoe werkt dat?

Opdracht in 2-tallen

Zet de namen van jullie klasgenoten in alfabetische volgorde.

Nick, Noel, Boaz, Jack, Noelle, Jordy, Dalinda, Giorgia, Quinten, Lucas, Milan, Jason, Joey, Feije, Senna, Jasmijn, Kees, Thijs, Elize, Senna, Sem, Sjoerd, Jayden, Eveline.

Tip denk aan de klassenlijst

Welke informatie kunnen we opzoeken in een woordenboek?

Je vindt in een woordenboek de betekenis van woorden, hoe je ze schrijft, hoe je het meervoud schrijft en of het een de of het woord is. 

Informatie in het woordenboek

* hoe je een woord schrijft,

* of je er de of het voor zet,

* hoe je het meervoud maakt,

* wat het woord betekent.

Zelfstandig aan het werk

Maken: blz. 36 opdracht 36, 37, 38

Wat heb je tijdens deze les geleerd?

De volgende les gaat over .........

Taalspelletjes!