3EWa, 3EWb, 3NW

WELKOM 
1. Zet een naamkaartje. 
2. Neem jouw wb op blz 143.

1 / 40
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsSecundair onderwijs

Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

WELKOM 
1. Zet een naamkaartje. 
2. Neem jouw wb op blz 143.

Slide 1 - Diapositive

Wat loopt er mis?

Slide 2 - Diapositive

Groene vingers hebben:
  • Letterlijk
  • Figuurlijk
<->

Slide 3 - Diapositive

Groene vingers hebben (letterlijk):
  • Als iets letterlijk wordt bedoeld, moet je het begrijpen zoals het in de tekst of uitspraak staat, zonder dat er een andere, verborgen betekenis achter schuilt.




Slide 4 - Diapositive

Wat is figuurlijk taalgebruik?
  • -> woorden/zinnen die niet letterlijk bedoeld zijn, maar een andere betekenis hebben. 

Slide 5 - Diapositive

Groene vingers hebben (figuurlijk):
  • Goed met planten (de levende natuur) om kunnen gaan. Houden van de natuur, houden van alles wat groeit en bloeit.

Slide 6 - Diapositive

Waarom?
Mensen gebruiken in het dagelijks leven vaak figuurlijk taalgebruik. Om elkaar goed te begrijpen is het natuurlijk belangrijk dat je weet wanneer iets figuurlijk is en wanneer niet. 

Anders: misverstanden !!!

Slide 7 - Diapositive

Wat loopt er mis?

Slide 8 - Diapositive

Figuurlijk taalgebruik
  • Je leert figuurlijk taalgebruik herkennen.
  • Je leert figuurlijk taalgebruik in een woordenboek opzoeken.
  • Je leert het gebruik van figuurlijk taalgebruik in reclame onderzoeken.
  • Je leert de oorsprong van figuurlijk taalgebruik onderzoeken.

Slide 9 - Diapositive

Oef 1 en 2 blz 143-145
1. Lees de tekst.
2. Maak de oefeningen.
3. Verbeter deze a.d.h.v. de verbetersleutel.
4. Lees het groene kader.
5. Klaar? Maak extra oefeningen op Pelckmans Portaal.
timer
10:00
Groepswerk

Slide 10 - Diapositive

WELKOM 
1. Zet een naamkaartje. 
2. Neem jouw wb op blz 143.

Slide 11 - Diapositive

Wat loopt er mis?

Slide 12 - Diapositive

Figuurlijk taalgebruik
  • Je leert figuurlijk taalgebruik herkennen.
  • Je leert figuurlijk taalgebruik in een woordenboek opzoeken.
  • Je leert het gebruik van figuurlijk taalgebruik in reclame onderzoeken.
  • Je leert de oorsprong van figuurlijk taalgebruik onderzoeken.

Slide 13 - Diapositive

Theoriekader
Blz 146

Slide 14 - Diapositive

Oef 3a blz 147
Vormen van beeldspraak

Slide 15 - Diapositive

Oef 3b blz 146-147
Figuurlijk taalgebruik in woordenboeken 

Slide 16 - Diapositive

Theoriekader
Blz 147

Slide 17 - Diapositive

Extra oefening
1. Zoek online op wat de betekenis is van 'de appel valt niet ver van de boom' op drie verschillende websites.
2. Beoordeel de betrouwbaarheid van de websites (bijv. is het een erkend woordenboek?).
3. Vergelijk de uitleg/betekenissen en noteer verschillen en overeenkomsten.

Slide 18 - Diapositive

Oef 4 blz 148
Klasoefening
Individueel

Slide 19 - Diapositive

Welkom 3EWa, 3EWb, 3NW!
1. Zet een naamkaartje.
2. Neem het werkboek op blz 143.
3. Neem jouw device.

Slide 20 - Diapositive

Figuurlijk taalgebruik
  • Je leert figuurlijk taalgebruik herkennen.
  • Je leert figuurlijk taalgebruik in een woordenboek opzoeken.

Slide 21 - Diapositive

Als een lopend vuurtje.
A
Uitdrukking
B
Spreekwoord
C
Gezegde

Slide 22 - Quiz

Zijn steentje bijdragen.
A
Uitdrukking
B
Spreekwoord
C
Gezegde

Slide 23 - Quiz

Blaffende honden bijten niet.
A
Uitdrukking
B
Spreekwoord
C
Gezegde

Slide 24 - Quiz

Welkom 3EWa, 3EWb, 3NW!
1. Zet een naamkaartje.
2. Neem het werkboek op blz 143.

Slide 25 - Diapositive

Figuurlijk taalgebruik
  • Je leert figuurlijk taalgebruik herkennen.
  • Je leert figuurlijk taalgebruik in een woordenboek opzoeken.

Slide 26 - Diapositive

Juist of fout?
"Zoeken naar een speld in een hooiberg" is een spreekwoord.

  • -> FOUT

Slide 27 - Diapositive

Juist of fout?
"Door merg en been" is een gezegde.

  • -> JUIST

Slide 28 - Diapositive

Juist of fout?
Als je in een woordenboek de figuurlijke betekenis van een woord wilt opzoeken, moet je naar het eerste trefwoord kijken.

  • -> JUIST 

Slide 29 - Diapositive

Juist of fout?
"De pot verwijt de ketel dat hij zwart ziet."

De ketel is het eerste trefwoord. 

  • -> FOUT

Slide 30 - Diapositive

Oef 4 blz 148
Verder verbeteren

Slide 31 - Diapositive

Figuurlijk taalgebruik
  • Je leert figuurlijk taalgebruik herkennen.
  • Je leert figuurlijk taalgebruik in een woordenboek opzoeken.
  • Je leert het gebruik van figuurlijk taalgebruik in reclame onderzoeken.
  • Je leert de oorsprong van figuurlijk taalgebruik onderzoeken.

Slide 32 - Diapositive

Oef 6 blz 149-150
Figuurlijk taalgebruik in reclame

Slide 33 - Diapositive

Theoriekader
Blz 150

Slide 34 - Diapositive

Figuurlijk taalgebruik
  • Je leert figuurlijk taalgebruik herkennen.
  • Je leert figuurlijk taalgebruik in een woordenboek opzoeken.
  • Je leert het gebruik van figuurlijk taalgebruik in reclame onderzoeken.
  • Je leert de oorsprong van figuurlijk taalgebruik onderzoeken.

Slide 35 - Diapositive

Oef 7 blz 150-152
Etymologie

Slide 36 - Diapositive

Theoriekader
Blz 152

Slide 37 - Diapositive

Extra oefening
"Iets met argusogen bekijken."

1. Zoek de betekenis en herkomst op.
2. Welke bron(nen) gebruikte je?

Slide 38 - Diapositive

Oef 8 blz 152
Etymologie 
Kwartet

Slide 39 - Diapositive

Kwartet
Verzamel 4 kaarten die bij elkaar horen. 
1.  een uitdrukking
2. de betekenis
3. de etymologische betekenis 
4. een afbeelding 

Noteer in werkboek! 

Slide 40 - Diapositive