Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Krachten meten
Slide 1 - Diapositive
Leerdoelen
Na vandaag kan je:
Een verband beschrijven tussen de uitrekking van een veer en de kracht die op de veer werkt.
De kracht meten met een krachtmeter/veerunser.
De kracht berekenen die nodig is om een massa op te tillen
Uitleggen wat een krachtenschaal is.
Een kracht tekenen door gebruik te maken van een krachtenschaal
Slide 2 - Diapositive
Vandaag
Huiswerkcontrolle
Uitleg hst 3 paragraaf 2
vraag over de uitleg
kahoot
Nakijken hst 3 paragraaf 1
Maken hst 3 paragraaf 2
evaluatie vragen maken
Slide 3 - Diapositive
Verschillende krachtmeters
Slide 4 - Diapositive
Krachtmeter
De veer in de krachtmeter wordt uitgerekt door de kracht (de veer rekt gelijkmatig uit).
Aflezen hoe groot de kracht is.
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
phet.colorado.edu
Slide 8 - Lien
Grootheid en eenheid
Grootheid: iets wat je kunt meten
(lengte, temperatuur, tijd, kracht)
Eenheid: afgesproken maat
(meter, Kelvin, seconde, Newton)
Slide 9 - Diapositive
Grootheden en eenheden bij krachten
Grootheid Symbool Eenheid Symbool
kracht F Newton N
massa m kilogram kg
aantrekking g Newton per kg N/kg
Slide 10 - Diapositive
Grootheid
Eenheid
meter
seconde
Kelvin
Newton
kilogram
temperatuur
tijd
kracht
massa
Slide 11 - Question de remorquage
Zwaartekracht Fz
Kracht waarmee de aarde aan een voorwerp trekt.
Fz = m x g
g is op aarde 9,8 N/kg maar wij rekenen meestal met 10 N/kg
b.v. Een voorwerp heeft een massa van 36 kg.
De zwaartekracht is dan 36 x 10 = 360 N.
Slide 12 - Diapositive
voorbeeldsom
Bereken de zwaartekracht op een mens van 60 kg?
Gegeven: m = 60 kg (en g altijd 10 N/kg op aarde)
Gevraagd: Fz
Formule: Fz = m . g = 60 . 10 = 600N
Slide 13 - Diapositive
Hoe bereken je de zwaartekracht op een massa (op aarde)?
Slide 14 - Question ouverte
https:
Slide 15 - Lien
Opdrachten maken
Hst 3 paragraaf 2 maken in je werkboek.
Slide 16 - Diapositive
Iris kan een expander (zie plaatje) met drie veren 30 cm uitrekken. Marieke kan een expander met twee veren 40 cm uitrekken. Wie oefent de grootste kracht uit?
A
Iris
B
Marieke
C
Evenveel
D
Kun je niet weten
Slide 17 - Quiz
Een veer heeft in ongespannen toestand een lengte van 12,0 cm. Hoe groot is de uitrekking als de nieuwe lengte 15,0 cm is?
A
kun. je niet weten
B
3,0 cm
C
12,0 cm
D
15,0 cm
Slide 18 - Quiz
Welke veer is stugger? Veer 1: C = 500N/m Veer 2: C = 0,5N/cm
A
Veer 1
B
Veer 2
C
Even stug
Slide 19 - Quiz
Hiernaast metingen aan 3 veren. Op de y-as staat kracht, op de x-as staat uitrekking. Van links naar rechts, veer 1-2-3. Welke veer is het minst stug?
A
Veer 1.
B
Veer 2
C
Veer 3
D
Dat is met deze info niet te bepalen.
Slide 20 - Quiz
Welke veer is stugger?
A
Veer 1
B
Veer 2
C
Weet ik niet
D
Dat kun je niet zeggen
Slide 21 - Quiz
Welke veerunster bevat de sterkste veer.
A
linker
B
middelste
C
rechter
Slide 22 - Quiz
Liesbeth hangt vijf gewichtjes van elk 1 N aan een veer en de veer rekt 10 cm uit. Wat is de uitrekking van de veer als Liesbeth acht van zulke gewichtjes aan de veer bevestigt?
A
16 cm
B
21 cm
C
24 cm
D
32 cm
Slide 23 - Quiz
Aan een veer hangt massa van 5 kg. De veer rekt door het gewicht 10 cm uit. Hoe groot is de veerconstante van de veer?