Tussenletters in samenstellingen

1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsSecundair onderwijs

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Vorm de correcte samenstelling:

oorlog + schip / liefde + affaire /
stad + archief / dood + bang
timer
1:30

Slide 16 - Question ouverte

Vorm de correcte samenstelling:

geluid + scherm / belasting + controleur /
dorp + plein / varken + boer
timer
1:30

Slide 17 - Question ouverte

Vorm de correcte samenstelling:

hoed + doos / insect + beet /
ziekte + verzuim / vlag + stok
timer
1:30

Slide 18 - Question ouverte

Vorm de correcte samenstelling:

kat + kwaad / gedachte + streep /
haai + vin + soep / cassette + recorder
timer
2:00

Slide 19 - Question ouverte

Vorm de correcte samenstelling:

tarwe + brood / punt + klassement /
bruid + sluier/ hart + vriendin
timer
2:00

Slide 20 - Question ouverte

Vorm de correcte samenstelling:

handel + zaak / achtervolging + scène /
bes + sap / bediende + contract
timer
2:00

Slide 21 - Question ouverte

Vorm de correcte samenstelling:

krokodil + tranen/ kabinet + chef /
belasting + brief/ pik + donker
timer
2:00

Slide 22 - Question ouverte

Vorm de correcte samenstelling:

maan + schijn / bak + baard /
groente + soep / schat + bout
timer
2:00

Slide 23 - Question ouverte

Welk woord is correct geschreven?
A
kattebelletje
B
kattenbelletje

Slide 24 - Quiz

Welk woord is correct geschreven?
A
krantenartikel
B
kranteartikel

Slide 25 - Quiz

Welk woord is correct geschreven?
A
reuzenleuk
B
reuzeleuk

Slide 26 - Quiz

Welk woord is correct geschreven?
A
hartedief
B
hartendief

Slide 27 - Quiz

Welk woord is correct geschreven?
A
aspergebed
B
aspergesbed

Slide 28 - Quiz

Welk woord is correct geschreven?
A
leeuwekooi
B
leeuwenkooi

Slide 29 - Quiz

Welk woord is correct geschreven?
A
blindedarm
B
blindendarm

Slide 30 - Quiz

Welk woord is correct geschreven?
A
bruidjapon
B
bruidsjapon

Slide 31 - Quiz

Welk woord is correct geschreven?
A
gedachtenstreepje
B
gedachtestreepje

Slide 32 - Quiz

Welk woord is correct geschreven?
A
weduwepensioen
B
weduwenpensioen

Slide 33 - Quiz

Maak correcte samenstellingen door de onderstaande woorden te verslepen naar de bovenstaande kadertjes.
horloge      stations      gedaante      leraars       aardbeien 
confituur
buurt
kamer
maker
verwisseling

Slide 34 - Question de remorquage

Wat vond je van deze
werkvorm?

Slide 35 - Carte mentale