Werkwoordelijk gezegde

werkwoordelijk gezegde
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

werkwoordelijk gezegde
Wat is het werkwoordelijk gezegde?

Slide 1 - Diapositive

Werkwoordelijk gezegde
Het werkwoordelijk gezegde bestaat uit alle werkwoorden in een zin. 
Een persoonsvorm behoort dus ook altijd tot het werkwoordelijk gezegde.

Slide 2 - Diapositive

Er zijn 3 vormen
Persoonsvorm (PV)
Heel werkwoord (WW)
Voltooid deelwoord (VDW)

Slide 3 - Diapositive

Wat is het werkwoordelijk gezegde in de zin?
werkwoordelijk gezegde
De voorzitter
reikt
na het toernooi
de prijzen
uit

Slide 4 - Question de remorquage

Wat is het werkwoordelijk gezegde?
gekeken.
Het werkwoordelijk gezegde
We 
hebben
vanavond
een serie 

Slide 5 - Question de remorquage

Wat is het werkwoordelijk gezegde?
Het werkwoordelijk gezegde
Janneke
heeft
haar werk
goed
gedaan

Slide 6 - Question de remorquage

Wat is het werkwoordelijk gezegde?
Het werkwoordelijk gezegde
Janneke
heeft
haar werk
goed
gedaan

Slide 7 - Question de remorquage

Wat is het werkwoordelijk gezegde?
Het werkwoordelijk gezegde
Piet
drinkt
een blikje cola
in de pauze

Slide 8 - Question de remorquage

Wat is het werkwoordelijk gezegde?
.
Het werkwoordelijk gezegde
Het wedstrijdschema
wordt
door de handbaltrainer
op Facebook
gezet.

Slide 9 - Question de remorquage

hele ww.
PV
vdw
Hij wil graag naar huis!
Ze gaan de hele dag zwemmen
Hij heeft gisteren een taart gebakken. 

Slide 10 - Question de remorquage

pv
vdw
hele ww
gekookt
bedoelen
bleef
heeft
gelopen
lezen

Slide 11 - Question de remorquage

Er zijn 3 vormen
Persoonsvorm (PV)
Heel werkwoord (WW)
Voltooid deelwoord (VDW)

Slide 12 - Diapositive

Harrie en Henk lezen de gebruiksaanwijzing.
lezen =
A
PV
B
heel ww
C
vdw

Slide 13 - Quiz

Ik heb gisteren heerlijk gegeten.
Heb =
A
PV
B
heel ww
C
vdw

Slide 14 - Quiz

Dr. Atkins was drie kilo aangekomen.
A
pv, heel ww
B
heel ww, pv
C
pv, vdw
D
vdw, pv

Slide 15 - Quiz

Mag jij vuurwerk afsteken?
A
pv, heel ww
B
heel ww, pv
C
pv, vdw
D
vdw, pv

Slide 16 - Quiz

Wij moeten zelf onze boodschappen doen.
doen =
A
PV
B
heel ww
C
vdw

Slide 17 - Quiz

Ik heb gisteren heerlijk gegeten.
gegeten =
A
PV
B
heel ww
C
vdw

Slide 18 - Quiz


Pinguïns kunnen niet vliegen
A
pv
B
vdw
C
hele ww

Slide 19 - Quiz



Na het eindsignaal heeft onze coach de wedstrijd nabesproken.
A
PV
B
Hele WW
C
VDW

Slide 20 - Quiz

Hij heeft ons niet gelukkig kunnen
maken.
A
pv, heel ww, vdw
B
pv, heel ww, heel ww
C
pv, vdw, heel ww
D
pv, vdw, vdw

Slide 21 - Quiz

Hij heeft een nieuwe auto.
A
pv
B
heel ww
C
vdw
D
geen ww

Slide 22 - Quiz

Dat zou ik nooit gedaan hebben.
A
pv, heel ww, vdw
B
heel ww, pv, vdw
C
pv, vdw, heel ww
D
vdw, pv, heel ww

Slide 23 - Quiz

Mijn vader heeft de bbq aangestoken.
aangestoken =
A
PV
B
heel ww
C
vdw

Slide 24 - Quiz