Herhaling 4.1 & 4.2 + opdrachten maken en nakijken

1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Welkom 2TL
Jas en oortjes uit

Spullen op tafel:
- Boek
- Schrift
- Rekenmachine
- Pen

Planning van vandaag:
- Herhaling 4.1 & 4.2
- Opdrachten maken 4.2
- Zelfstandig nakijken van de opdrachten



Slide 3 - Diapositive

timer
2:00
Wat weet je nog?
van de vorige lessen

Slide 4 - Carte mentale

Leerdoelen van 4.1
Na deze les weet/kun je:

  • Wat produceren is
  • Wat een bedrijfskolom is en hoe bedrijven waarde toevoegen
  • Wat productiefactoren zijn
  • De kostprijs per product berekenen


Slide 5 - Diapositive

Wat is het verschil tussen een product en een dienst?

Slide 6 - Question ouverte

Produceren
Goederen
Diensten
  • = het maken van goederen en leveren van diensten

Slide 7 - Diapositive

Wat hoort niet thuis in de bedrijfskolom?
A
graanboer
B
meelfabriek
C
bakker
D
consument

Slide 8 - Quiz

Zo noem je alle bedrijven die meewerken aan het maken van een product
A
Bedrijfskolom
B
Bedrijfsketting
C
Toegevoege Waarde
D
Producenten

Slide 9 - Quiz

4.1 Hoe maak je dat?
1. Houthakker
2. Zagerij
3. Meubelmaker
4. Groothandel
5. Woonwinkel

  • productiefase
  • productiefase
  • productiefase
  • productiefase
  • productiefase
  • Bedrijfskolom
Bedrijfskolom:
Alle bedrijven die meewerken aan een product

Slide 10 - Diapositive

Toegevoegde waarde

Slide 11 - Diapositive

Productiefactoren
Alles wat je nodig hebt kun je indelen in de volgende productiefactoren:
Kapitaal (goederen)
Arbeid
Natuur

Slide 12 - Diapositive

Kostprijs per product
Productiekosten
Alle kosten die je maakt bij het produceren.
Kostprijs per product
Alle productiekosten : aantal producten
  • De productiekosten voor het maken van 12 smoothies bedragen € 19,20.
  • Wat is de kostprijs per smoothie?

Slide 13 - Diapositive

Leerdoelen van 4.2
Na deze les weet/kun je:
  • wat milieuschade is
  • wat het verschil is tussen bedrijfskosten en maatschappelijke kosten
  • hoe bedrijven duurzaam kunnen produceren
  • wat recycling en de kringloopeconomie met elkaar te maken hebben


Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

Slide 16 - Lien

Recycling = van afval een nieuwe grondstof maken.
Voordelen:
  • minder afval om te verbranden
  • minder verbruik van nieuwe grondstoffen


Dit past bij een kringloopeconomie of circulaire economie.
Daarin is afval de grondstof voor nieuwe materialen.
In een kringloopeconomie worden producten:
  • langer gebruikt
  • hergebruikt.

Slide 17 - Diapositive

Duurzamer worden/maken 
1. Energie gebruiken die niet op kan gaan

Slide 18 - Diapositive

Duurzamer worden/maken 
2. Afval voorkomen, scheiden en recyclen
Recycling = van afval weer nieuwe materialen maken (hergebruik)

Slide 19 - Diapositive

Aan de slag met 4.2
✍🏼 Wat ? Maak de opdrachten 1 t/m 12 op blz. 116

👫🏽 Hulp? Vraag je klasgenoot
🗣️ Graag rustig praten

✅ Klaar? Dan kan jij je werk nakijken

Slide 20 - Diapositive