Unit 2: Plural (meervoud)

Plurals
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Plurals

Slide 1 - Diapositive

Today's goal
Je kunt een Engels woord van enkelvoud naar meervoud veranderen. 

Slide 2 - Diapositive

Hoe verander je het woord 'book' naar de meervoudsvorm?

Slide 3 - Question ouverte

Plurals (meervoud)
Gebruik je om:
- te zeggen dat je meer dan één persoon, dier of ding bestaat. 

Algemene regel:
+ s / + es toevoegen.
room > rooms


Slide 4 - Diapositive

Wijziging spelling
Bij een aantal woorden verandert de spelling zodra je deze in de meervoudsvorm zet:

Een woord dat eindigt op een -s klank. 
glass - glasses           bus - buses
watch - watches     box - boxes
dress - dresses

Slide 5 - Diapositive

Wijziging spelling
Bij een aantal woorden verandert de spelling zodra je deze in de meervoudsvorm zet:

baby > babies     story - stories
party > parties
Eindigt het woord op medeklinker + y?  > y verandert in ie

Slide 6 - Diapositive

Wijziging spelling
Let op!

Bij een woord dat eindigt op een klinker + y, verandert de spelling niet:
boy - boys

Slide 7 - Diapositive

Wijziging spelling
Eindigt het woord op een -o? Dan voeg je -es toe in het meervoud.

potato > potatoes
hero > heroes
zoo - zoos (uitzondering!)

Slide 8 - Diapositive

Wijziging spelling
Eindigt het woord op een -f? 
Dan verandert de -f in een -ve in het meervoud.

wolf > wolves
life > lives (de -e staat er al)
scarf - scarves

Slide 9 - Diapositive

Meervoud in het NL
Let op!
Baby's 
is de Nederlandse meervoudsvorm en dus fout in het Engels. 

De 's is niet hoe je een woord in het meervoud zet in het Engels.
Dit kan alleen door +s/+es toe te voegen.

Slide 10 - Diapositive

Meervoud
Sommige woorden staan in het Engels al in het meervoud en veranderen niet:
jeans - spijkerbroek
glasses - bril
trousers - broek
pyjamas - pyjama

Slide 11 - Diapositive

Onregelmatig
Deze woorden veranderen onregelmatig, dus geen +s.
foot - feet (voeten)
goose - geese (ganzen)
tooth - teeth (tanden)
man - men (mannen)
woman - women (vrouwen)

Slide 12 - Diapositive

Onregelmatig
Deze woorden veranderen onregelmatig, dus geen +s.
person - people (mensen)
child - children (kinderen)
mouse - mice (muizen)
quiz - quizzes (quizzen)

Slide 13 - Diapositive

Geef de meervoudsvorm van:
telephone

Slide 14 - Question ouverte

Geef de meervoudsvorm van:
tomato

Slide 15 - Question ouverte