bloedtransfusie les 1

Bloedtransfusie Module 8 H 3.5 
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Bloedtransfusie Module 8 H 3.5 

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen
  • Jullie weten de bestanddelen van bloed en wat een bloedgroep bepaald
  • Jullie weten welke bloedproducten je kan toedienen
  • Jullie weten wat een Kruisproef inhoud
  • Jullie weten de indicaties voor het toedienen van bloed(producten)

Slide 2 - Diapositive

Vraag: waar worden bloedcellen aangemaakt? 
Antwoord: in het beenmerg 

Wat weet je allemaal al over het toedienen van bloed??

Slide 3 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de functie van erytrocyten?
Wat is een tekort aan hemoglobine en ijzer? 
Wat is de functie van de witte bloedcellen? 
Wat is de functie van bloedplaatjes? 
Zuurstof vervoeren m.b.v. hemoglobine
Bloedarmoede/anemie
Functie in de afweer tegen lichaamsvreemde stoffen
Zorgen ervoor dat het bloed stolt

Slide 6 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bloedgroepen

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe werkt het nu? ( zie schema blz 320 boek) 
 Het afweersysteem reageert op de antigenen die het lichaam niet zelf heeft door het aanmaken van antilichamen. Vandaar dat bloedgroep O, die geen antigenen heeft, wel aan iedereen gegeven kan worden, maar zelf alleen bloedgroep O kan ontvangen. 
Bloedgroep AB, die zowel de antigenen van bloedgroep A als B heeft, kan van alle bloedgroepen ontvangen. 

Maar bloedgroep AB kan alleen aan bloedgroep AB gegeven worden!

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe werkt het nu? ( zie schema blz 320 boek) 
De resusfactor is een ander antigeen. Je hebt het wel of niet; vandaar de term resuspositief of resusnegatief.
 Iemand met een positieve resusfactor kan uitstekend resusnegatief bloed ontvangen maar andersom niet. 
Bloedgroep O resusnegatief is de universele donor en bloedgroep AB resuspositief is de universele ontvanger. 

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Op welke manier wordt in de praktijk extra goed gecontroleerd of het donorbloed past bij het bloed van de zorgvrager?

Slide 13 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet je van een kruisproef?

Slide 14 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Kruisproef
De bloedgroep en de resusfactor van de zorgvrager moeten voor de bloedtransfusie bekend zijn. De bloedgroep blijft het hele leven dezelfde. Voordat de bloedtransfusie gestart wordt, wordt er door het laboratorium een kruisproef uitgevoerd; het bloed van de donor wordt in contact gebracht met het bloed van de ontvanger. Als geen abnormale reactie zoals klontering van bloed plaatsvindt, kan het bloed volgens protocol gegeven worden. Het afnemen van bloed voor de kruisproef kan niet langer dan 24 uur voor de bloedtransfusie gedaan worden.

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bloedproducten en redenen voor toediening
Rode bloedcellen ( heet Packed Cells) 
  • Bij veel bloedverlies ( bv bij....)
  • Bij patiënten die onvoldoende rode bloedcellen aanmaken
Bloedplasma
  • Bij patiënten met brandwonden
  • Bij zeer groot bloedverlies
Bloedplaatjes
  • Bij een kwaadaardige bloedziekte (bijv. leukemie)

Slide 20 - Diapositive

Donorbloed wordt vrijwel nooit direct gebruikt voor bloedtransfusie. Vaak hebben zorgvragers maar een bepaald bestanddeel nodig. 
Centrifugeren: 
- Bloedplasma (bovenin, is het lichtst)
- Bloedplaatjes en witte bloedcellen in het midden
- Rode bloedcellen (onderin, het zwaarst)


Rode bloedcellen:
  • Bloedverlies: na ongeluk of grote operatie
  • Onvoldoende rode bloedcellen: een beenmergafwijking
Bloedplaatjes: bij behandeling met chemo wordt beenmerg gedood. Dit zorgt juist voor de aanmaak van bloedplaatjes. Gevolg: ernstig tekort hieraan. 
Evalueren lesdoelen
  • Weet je de bestanddelen van bloed en wat een bloedgroep bepaald?
  • Welke bloedproducten  kan je toedienen?
  • Wat is een Kruisproef?
  • Noem de indicaties voor het toedienen van bloed(producten)

Slide 21 - Diapositive

Vraag: waar worden bloedcellen aangemaakt? 
Antwoord: in het beenmerg 

Huiswerk

Slide 22 - Diapositive

Vraag: waar worden bloedcellen aangemaakt? 
Antwoord: in het beenmerg