Week 41 Ne 4B/K H2 Woordenschat: onbekende woorden
Welkom
leerlingen!
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4
Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Welkom
leerlingen!
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Week 41 Nederlands
Welkom leerlingen bij de les Nederlands van mevrouw Ori. In deze les gaan we het hebben over : Onbekende woorden , de betekenis afleiden uit het woord.
Lees op blz 61 de theorie over!
Slide 3 - Diapositive
Doel van deze les!
Na deze les kan je:
de betekenis van een onbekend woord afleiden uit het woord.
Slide 4 - Diapositive
Woordenschat hoofdstuk 2
De betekenis van een onbekend woord afleiden uit het woord.
Er zijn drie manieren:
- woord voorvoegsel en / of achtervoegsel
- samengesteld woord
- woord lijkt op bekend woord
Slide 5 - Diapositive
Voorvoegsel/achtervoegsel
je misdragen - je slecht gedragen
waardeloos - zonder waarde
non fictie - niet verzonnen
Slide 6 - Diapositive
Samenstelling
vakkennis - kennis van een vak (iets weten over een vak)
tegelvloer - vloer van tegels
Slide 7 - Diapositive
Woord lijkt op een ander woord
concentratie lijkt op concentreren = opletten
chaotisch lijkt op chaos = puinhoop
Slide 8 - Diapositive
Veelvoorkomende voorvoegsels
Voorbeeld
a-: niet
anti-: tegen
non-: niet
mis-: verkeerd, fout
wan-: slecht, verkeerd
her-: weer, opnieuw
ex-: niet meer
mini-: heel klein
inter-: tussen 2 of meer gebieden
asociaal
antipathie
non-actief
misdragen
wantoestand
herinrichten
ex-man
minibus
interland
Slide 9 - Diapositive
Wat betekent onmisbare
A
niet te missen
B
gemiste
Slide 10 - Quiz
Wat betekent interregionaal
A
in de regio's
B
tussen regio's
Slide 11 - Quiz
Wat betekent wantoestanden
A
slechte toestanden
B
andere toestanden
Slide 12 - Quiz
Wat betekent non-actief
A
weer actief
B
niet actief
Slide 13 - Quiz
Wat betekent ex-voorzitter
A
iemand die vroeger voorzitter was
B
verkeerde voorzitter
Slide 14 - Quiz
Wat betekent herkauwers
A
een dier dat zijn eten opnieuw kauwt
B
een dier dat zijn eten meteen goed kauwt
Slide 15 - Quiz
Wat heb je geleerd?
Slide 16 - Diapositive
vragen
VRAGEN?
Slide 17 - Diapositive
Aan de slag!
Slide 18 - Diapositive
Huiswerk
Maak op blz 61 H2 Woordenschat opdracht 1 t/m 8.
Slide 19 - Diapositive
Nakijken?
Kijk je gemaakte opdrachten na en verbeter gemaakte fouten.