§4.4 Wat ligt er op je Nederlandse bord?

§4.4 Wat ligt er op je Nederlandse bord?
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

§4.4 Wat ligt er op je Nederlandse bord?

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Planning
- Herhaling §4.4
- Leerdoelen
- Uitleg
- Video
- Huiswerk maken

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
  • Je weet dat er in de Nederlandse landbouw economisch wordt gewerkt, maar dat dat niet altijd duurzaam is.

  • Je begrijpt hoe het komt dat landbouw niet echt duurzaam is qua energie, vervuiling, water en transport.

  • Je kunt de ecologische en watervoetafdruk van verschillende producten berekenen.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Nederland; exportland
Na de Verenigde Staten is Nederland het grootste exportland van voedingsmiddelen ter wereld.

Dat terwijl Nederland 231 keer in de Verenigde staten past.

Hoe kan dat?
Landbouw Nederland: exportland

Slide 4 - Diapositive

Na de Verenigde Staten is Nederland het grootste exportland van voedingsmiddelen ter wereld.
Dat terwijl Nederland 231 keer in de Verenigde staten past.
Hoe kan dat?

Slide 5 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Monocultuur
"Het verbouwen van één gewas op grote stukken grond."

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Duurzaam?
  • De Nederlandse landbouw heeft ook nadelen:
  1. Telen van fruit en groenten in kassen kost veel energie;
  2. Wordt veel water en licht gebruikt;
  3. Chemische stoffen nodig om gewassen gezond te houden.

  • In veel kassen wordt maar één product geteeld, dit heet monocultuur.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een monocultuur?
A
als er in een kas 2 of meer producten worden verbouwd
B
als er in een kas maar 1 product wordt verbouwd
C
als er in een kas meer dan 3 producten worden verbouwd

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Biologische landbouw
  • Steeds meer boeren gaan over op biologische landbouw:
  1. Verbeteren het welzijn van de dieren;
  2. Gebruik zo min mogelijk kunstmest en bestrijdingsmiddelen.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Biologisch
  • Bedrijven die biologisch werken, willen zoveel mogelijk de natuur hun gang laten gaan.

  • Ze gebruiken minder of geen bestrijdingsmiddelen (gifstoffen tegen insecten)

  • Ze geven de dieren die ze houden meer ruimte.

  • Minder gif en meer ruimte voor dieren is goed. Alleen levert deze manier van voedselproductie minder op.
Niet-biologisch

Veel calorieën per hectare
Slecht voor de dieren
Wel biologisch

Minder calorieën per hectare
Beter voor de dieren

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Intensieve landbouw 
Niet intensieve landbouw 

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Nakijken

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions