4.4 Wat ligt er op het Nederlandse bord? 24-9

Duurzaamheid 
§4.4 Wat ligt er op je Nederlandse bord?
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Duurzaamheid 
§4.4 Wat ligt er op je Nederlandse bord?

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gaan we doen?
Terugkijken Wereld (§4.1-§4.3);
§4.4 Wat ligt er op je Nederlandse bord?






Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De ruimte die een persoon nodig heeft om zijn leven te kunnen leiden.
A
Ecologische voetafdruk
B
Draagkracht
C
Milieu
D
Duurzame ontwikkeling

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Aardgas, aardolie en steenkool noemen we ook wel...
A
chemische brandstoffen
B
kern brandstoffen
C
fossiele brandstoffen
D
duurzame energie

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Als niets van een product wordt weggegooid en alle grondstoffen worden gebruikt noemen we dat:
A
recyclen
B
cradle - to - cradle
C
levensduur
D
levensloop

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat betekent energieneutraal?
A
Energie terugwinnen.
B
Zo veel energie opwekken dat er verbruikt wordt.

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een omschrijving van de dingen die je bijvoorbeeld eet/drinkt en gebruikt
A
klimaatbelasting
B
draagkracht
C
consumptiepatroon
D
productieketen

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Nederland
§4.4 

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Door intensieve landbouw
  • Veel machines;
  • Kunstmest;
  • Bestrijdingsmiddelen;
  • Dieren in de stallen;
  • Hoge opbrengsten.

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Monocultuur: Het verbouwen van één gewas op grote stukken grond.

Voordeel:
1 gewas, 1 oogst.

Nadeel:
Grotere kans op plantenziekte / meer bestrijding (slecht voor het milieu).

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Monocultuur

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Groenten en fruit in de kassen

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

https://www.google.com/maps/@51.9761736,4.5306936,107006m/data=!3m1!1e3?entry=ttu&g_ep=EgoyMDI0MDkyMi4wIKXMDSoASAFQAw%3D%3D


Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Nadelen groenten in de kassen
  • Veel energie (vooral aardgas);
  • Heel veel water;
  • Monocultuur;
  • Chemische stoffen;
  • Kunstmest > vervuiling.

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

In veel veevoer en voedsel wordt soja verwerkt.

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Duurzame landbouw
  1. Windmolens en zonnepanelen;
  2. Natuurlijke mest;
  3. Biologisch veetelen;
  4. Geen chemische gewasbescherming:
  • Onkruid met de hand;
  • Biologische plaagbestrijding.

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Biologische landbouw
  1. Natuurlijke mest (geen kunstmest);
  2. Geen chemische bestrijdingsmiddelen:
Onkruid verwijderen
Biologische plaagbestrijding

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen 4.4

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

In welke delen van de wereld staan veel sojaplantages?
A
Zuid Spanje
B
Noord Amerika
C
Zuid Amerika
D
Europa

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een monocultuur?
A
Als er in een kas 2 of meer producten worden verbouwd.
B
Als er in een kas maar 1 product wordt verbouwd.
C
Als er in een kas meer dan 3 producten worden verbouwd.

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bedenk één voordeel en één nadeel van monocultuur.

Slide 27 - Question ouverte

Voordeel:
1 gewas, 1 oogst.

Nadeel:
Grotere kans op plantenziekte / meer bestrijding (slecht voor het milieu).
Hoe heet de landbouw waarbij boeren letten op welzijn van dieren en gebruik van kunstmest en bestrijdingsmiddelen beperken?
A
Ecologische landbouw
B
Biologische landbouw

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Aankomende les

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

0

Slide 30 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe werd er vroeger naar de aardappel gekeken?

Slide 31 - Question ouverte

Als varkensvoer.
1. Waar hebben we de aardappel vandaan gehaald?

2. Hoe is dit gedachtengoed veranderd?

Slide 32 - Question ouverte

1. Uit Zuid-Amerika;
2. Nu wordt het erkend als voedsel op je eigen bord.

Slide 33 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom is de grond van Liselore zo vruchtbaar?

Slide 34 - Question ouverte

Antwoord:
Omdat 100 jaar geleden haar grond nog onder water zat (onder de zeespiegel).
Wat is de valkuil van een zeer vruchtbare bodem?

Slide 35 - Question ouverte

Dat je je gewassen in overschot gaat verbouwen op deze grond.
Hierdoor kunnen je gewassen ziek worden, wat weer bestreden moet worden met bestrijdingsmiddelen (ook niet gezond voor het milieu).