4HAVO Scheikunde Mission 4 Alkenen

Mission 4 Alkenen
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Mission 4 Alkenen

Slide 1 - Diapositive

Mission 4: Alkenen
In deze missie ga je een andere belangrijke groep koolwaterstoffen bestuderen, de alkenen.

Je gaat leren hoe je ze een naam geeft.

Ook ga je leren wat kraken is en hoe je alkenen aantoont.

Slide 2 - Diapositive

Overzicht
Mission goals
Training - Study
Training - Instruction
Training - Application
Mission
Debrief

Slide 3 - Diapositive

Mission goals
  • Je weet dat in een alkeen een dubbele binding aanwezig is.
  • Je weet de algemene formule voor een alkeen.
  • Je kan de regels van de systematische naamgeving toepassen bij een alkeen.

Slide 4 - Diapositive

Training - Study
  • Lees pagina 44 uit je boek
  • Maak de controle vragen.

Slide 5 - Diapositive

Bij het kraken van paraffine (een alkaan met 12 C-atomen) ontstaan twee reactieproducten.
Welke van de twee producten is géén alkaan? Leg uit.

Slide 6 - Question ouverte

Een alkeen bevat:
A
een C=C binding
B
een C=H binding
C
twee keer een C-C binding

Slide 7 - Quiz

Wat zijn de covalenties van koolstof- en waterstof atomen?
A
de covalentie van C is 1 de covalentie van H is 1
B
de covalentie van C is 1 de covalentie van H is 4
C
de covalentie van C is 4 de covalentie van H is 1
D
de covalentie van C is 4 de covalentie van H is 4

Slide 8 - Quiz

Wat is de algemene formule van een alkeen?
A
CnHn
B
CnH2n
C
CnHn+2
D
CnH2n+2

Slide 9 - Quiz

Geef de naam van de volgende alkeen:

Slide 10 - Question ouverte

Training - Instruction
Een ALKEEN is een onverzadigde koolwaterstof.
Het molecuul bevat een C=C binding. 

Slide 11 - Diapositive

De algemene fomule voor een alkeen is CnH2n
Bij de stamnaam gebruik je de uitgang -een

Een ALKAAN is een eenvoudige koolwaterstof, waarbij tussen de koolstofatomen alleen enkele bindingen voorkomen. 

Slide 12 - Diapositive

NAAMGEVING:

etheen

propeen
Bij buteen geef je met een nummer aan na welk koolstofatoom de dubbele binding komt:  
but-1-een

but-2-een
LET OP: 
De ouderwetse naam die in het boek staat (1-buteen) niet gebruiken! 
De juiste naam is: but-1-een.
LET OP: 
De ouderwetse naam die in het boek staat (2-buteen) niet gebruiken! 
De juiste naam is: but-2-een.

Slide 13 - Diapositive

Geef de systematische naam:

Slide 14 - Question ouverte

Training-Instruction

Als er in een molecuul twee keer een C=C binding voorkomt, wordt de uitgang bij de stamnaam: adieen

Dit molecuul heet: buta-1,3-dieen

Slide 15 - Diapositive

Training-Instruction

In dit moelcuul komt er naast de C=C binding ook nog  een halogeenatoom voor, 
REGEL: de dubbele binding krijgt dan het laagste nummer!


Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Bij kraken wordt een alkaan gesplitst in  verschillende brokstukken

Slide 18 - Diapositive

Kraken is een:
A
scheiding
B
vormingsreactie
C
ontledingsreactie

Slide 19 - Quiz

Leg uit waarom bij kraken van een octaan (C8H18) niet twee keer butaan kan ontstaan.

Slide 20 - Question ouverte

Leg uit waarom bij kraken van een octaan (C8H18) altijd minstens één dubbele binding moet ontstaan.

Slide 21 - Question ouverte

Training - Application 2
  • Maak opdracht 16 uit het boek
  • Kijk met behulp van het antwoordboek je antwoorden na.
  • Als je iets niet snapt, vraag het dan aan je docent.

Slide 22 - Diapositive

Mission
  • Ruimt je boeken op
  • Ruim je laptop op
  • Haal bij de docent de formatieve toets
  • Voldoende: 1 sticker
  • Ruim voldoende: 2 stickers
  • Goed: 3 stickers

Slide 23 - Diapositive

Mission goals
  • Je weet dat in een alkeen een dubbele binding aanwezig is.
  • Je weet de algemene formule voor een alkeen.
  • Je kan de regels van de systematische naamgeving toepassen bij een alkeen.

Slide 24 - Diapositive

Schrijf in je eigen woorden twee dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 25 - Question ouverte

Schrijf twee dingen op die je nog onduidelijk vind

Slide 26 - Question ouverte