4HAVO Scheikunde Mission 4 Alkenen

• Scheikunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Mission 4 Alkenen

Mission 4: Alkenen

In deze missie ga je een andere belangrijke groep koolwaterstoffen bestuderen, de alkenen.

Je gaat leren hoe je ze een naam geeft.

Ook ga je leren wat kraken is en hoe je alkenen aantoont.

Overzicht

Mission goals

Training - Study

Training - Instruction

Training - Application

Mission

Debrief

Mission goals

• Je weet dat in een alkeen een dubbele binding aanwezig is.
• Je weet de algemene formule voor een alkeen.
• Je kan de regels van de systematische naamgeving toepassen bij een alkeen.

Training - Study

• Lees pagina 44 uit je boek
• Maak de controle vragen.

Bij het kraken van paraffine (een alkaan met 12 C-atomen) ontstaan twee reactieproducten.
Welke van de twee producten is géén alkaan? Leg uit.

Een alkeen bevat:

1. een C=C binding
2. een C=H binding
3. twee keer een C-C binding

Wat zijn de covalenties van koolstof- en waterstof atomen?

1. de covalentie van C is 1 de covalentie van H is 1
2. de covalentie van C is 1 de covalentie van H is 4
3. de covalentie van C is 4 de covalentie van H is 1
4. de covalentie van C is 4 de covalentie van H is 4

Wat is de algemene formule van een alkeen?

1. C​n​​H​n​​
2. C​n​​H​2n​​
3. C​n​​H​n+2​​
4. C​n​​H​2n+2​​

Geef de naam van de volgende alkeen:

Training - Instruction

Een ALKEEN is een onverzadigde koolwaterstof.

Het molecuul bevat een C=C binding. 

De algemene fomule voor een alkeen is C_nH_2n

Bij de stamnaam gebruik je de uitgang -een

Een ALKAAN is een eenvoudige koolwaterstof, waarbij tussen de koolstofatomen alleen enkele bindingen voorkomen. 

NAAMGEVING:

etheen

propeen

but-1-een

but-2-een

LET OP: 

De ouderwetse naam die in het boek staat (1-buteen) niet gebruiken! 

De juiste naam is: but-1-een.

LET OP: 

De ouderwetse naam die in het boek staat (2-buteen) niet gebruiken! 

De juiste naam is: but-2-een.

Geef de systematische naam:

Training-Instruction

Als er in een molecuul twee keer een C=C binding voorkomt, wordt de uitgang bij de stamnaam: dieen

Dit molecuul heet: but-1,3-dieen

Training-Instruction

In dit molecuul komt er naast de C=C binding ook nog  een halogeenatoom voor.

REGEL: de groep in uitgang van de naam krijgt dan het laagste nummer!

(hier: de dubbele binding)

Systematische naamgeving

1. Zoek de langste keten C-atomen  > stamnaam (Ma En Pa Blowen Perfecte Hasj)

2. karakteristieke groepen: 

- alleen C-H (CnH2n+2) > uitgang - aan

- C=C > uitgang - een

3. benoem overige zijgroepen > voorvoegsels, alfabetische volgorde

- halogenen (Cl, F, Br, I)

- koolstofketens (-CH3 = methyl, -CH2CH3 = ethyl)

4. plaats telwoorden bij groepen die meer dan 1x voorkomen (di, tri, tetra, penta)

4. geef ELKE groep een plaatsnummer:

- bij alkanen: achter elkaar geplaatst zo laag mogelijk getal

- overige groepen: karakteristieke groep (stap 2) zo laag mogelijk

Bij kraken wordt een alkaan gesplitst in  verschillende brokstukken

Kraken is een:

1. scheiding
2. vormingsreactie
3. ontledingsreactie

Leg uit waarom bij kraken van een octaan (C8H18) niet twee keer butaan kan ontstaan.

Leg uit waarom bij kraken van een octaan (C8H18) altijd minstens 1 dubbele C=C binding moet ontstaan.

Training - Application 2

• Maak opdracht 16 uit het boek
• Kijk met behulp van het antwoordboek je antwoorden na.
• Als je iets niet snapt, vraag het dan aan je docent.

Mission

• Ruim je boeken op
• Behaal de missie : maak de afsluitende toetsopgaven

Een voorbeeld van kraken is de omzetting van dodecaan (C12H26) in hexaan en hex-2-een. Geef de reactievergelijking in molecuulformules

Geef de structuurformules van hexaan en hex-2-een

Geef de naam van de volgende structuurformule:

Mission goals

• Je weet dat in een alkeen een dubbele binding aanwezig is.
• Je weet de algemene formule voor een alkeen.
• Je kan de regels van de systematische naamgeving toepassen bij een alkeen.

Geef op je planner met een aantal bolletjes aan hoe goed je deze leerdoelen beheerst. Gebruik hiervoor de resultaten van de toetsvragen

Schrijf in je eigen woorden twee dingen op die je deze les hebt geleerd.

Schrijf twee dingen op die je nog onduidelijk vind