Intercultureel 2 LE16 les 1

• Welzijn
• MBO
• Studiejaar 2

Intercultureel 2

LE 16

Wat gaan we doen?

• Cultuur
• Diversiteit
• Socialisatieproces
• F en G cultuur

Waar moet je aan denken bij het woord intercultureel?

de relatie van verschillende culturen betreffend; tussen de culturen.

Hiervoor gaan we eerst in op cultuur, wat verstaan we onder een cultuur?

Cultuur

• Is een geheel van waarden en normen dat mensen aan elkaar overdragen. 
• Te maken met eigen manier van denken, voelen en doen en is aangeleerd door alles wat je meemaakt. 
• Denk aan: opvoeding, vrienden, je land, de stad waar je vandaan komt, opleiding, etc. 
• Je bent onderdeel van een cultuur, deze heeft gebruiken en gewoontes. 

'Binnen mijn stage zijn er veel verschillende culturen.'

Ja

Nee

Socialisatieproces

• Om een cultuur te begrijpen is het goed iets te weten over het socialisatieproces. 
• Dit is hoe cultuur wordt overgedragen van mens tot mens, ook wel cultuuroverdracht genoemd. 

Twee vormen:

1. Primaire: de overdracht door het gezin waar je in opgroeit, je leert en neemt dit over van hen. 
2. Secundaire: je leert van de mensen om je  heen en van buitenaf en hier neem je dingen van over. 

De mensen om je heen hebben invloed op je socialisatieproces. 

Kun je een voorbeeld hiervan geven in je eigen socialisatieproces? Wie hebben hier invloed op gehad?

Diversiteit

Alle aspecten waarop mensen van elkaar verschillen. 

• Zichtbaar: leeftijd, huidskleur, etc. 
• Niet zichtbaar: sociale achtergrond, cultuur, competenties. 

Als je goed om kunt gaan met diversiteit dan kun je met veel verschillende mensen omgaan. 

Waarom is het belangrijk om goed om te kunnen gaan met diversiteit op de werkvloer?

Culturele diversiteit

• Is de verscheidenheid aan culturen binnen een regio/de wereld.
• Nederland is een land dat bestaat uit verschillende culturen door migratie of vluchtelingen. 

Dit betekent dat je ook in je werk verschillende culturen tegen kan komen. 

Noem een voorbeeld van stage waarin je culturele diversiteit tegenkomt!

Integratie

Integratie is het samenvloeien met de dominante cultuur van het land. Dit kan op verschillende manieren:

• Enculturatie: dit is een proces waarbij cultuurkenmerken worden overgedragen van de samenleving op een individu, dit speelt zich af binnen de cultuur waarin je bent geboren.
• Acculturatie: dit is het tegenovergestelde van enculturatie; dit is een proces waarbij je kenmerken van een cultuur overneemt waar je niet in bent geboren.
• Internalisatie: dit is het proces waarbij mensen sociale regels eigen gaan maken, zodat het niet langer lijkt alsof deze van buitenaf opgelegd zijn.

F en G cultuur van Pinto

Pinto onderscheid twee soorten van cultuur:

• F cultuur (fijnmazig)
• G cultuur (grofmazig)

F cultuur (fijnmazig)

• Groepsgebondenheid speelt een grote rol.
• Cultuur kent grote samenhang, mazen zijn klein.
• Mensen zijn groepslid en verantwoordelijk voor groepsbelang
• Gedrag ligt vast in gedragsregels

De identiteit wordt bepaald door de plaats die je in de groep inneemt en door de waarden, normen en zingeving van de groep. 

G cultuur (grofmazig)

• In deze cultuur staan de individuen meer centraal
• Verantwoordelijkheid voor eigen gedrag
• Mensen moeten gedrag grotendeels zelf bepalen en verantwoordelijkheid hierover dragen, grove mazen. 
• Weinig onderlinge samenhang

De identiteit wordt bepaald door persoonlijke waarden, normen en zingeving van je leven.

Piramide van menselijke behoefte

Hoe zie je de F en G cultuur terug in je eigen cultuur?

Voor volgende keer:

Boekje 'verdieping diversiteit'

Lees theoriebron 12

Maak opdracht 4

Tot volgende week! :)