Rekenen vermenigvudigen type 2 x 400

Rekenen
vermenigvuldigen
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenPraktijkonderwijsLeerjaar 1-4

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Rekenen
vermenigvuldigen

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Startklaar 
       
       Pak je Chromebook/ laptop voor je
       Start je Chromebook/ laptop op
              

    
      
timer
2:30

Slide 2 - Diapositive

De docent geeft altijd het goede voorbeeld en positioneert zichzelf bovenaan de schoolladder op zowel kennis, vocabulaire als attitude. Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen, noemt namen, maakt een praatje en besteed aandacht aan het welbevinden van de leerlingen. De leerlingen zitten startklaar met bijvoorbeeld spullen voor zich en zijn ingelogd in LessonUp of een vergelijkbaar digitaal leermiddel. De docent eist 100% aandacht voordat hij start met de les en spreekt verwachtingen uit die specifiek, concreet, samenhangend en waarneembaar zijn geformuleerd.
Inleiding
Je gaat vandaag leren om getallen met honderdtallen te vermenigvuldigen.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorkennis activeren

Slide 4 - Diapositive

Voorkennis activeren: 
In iedere les wordt relevante voorkennis geactiveerd aan de hand
van een terugblik-opdracht om zo de mate van stofbeheersing te bepalen en richting te
geven aan de rest van de les. Enkele werkvormen die zich hier mooi voor lenen zijn:
https://toetsrevolutie.nl/?p=2436
Leerdoelen
Aan het einde van de les kan ik...
  •  het goede antwoord uitrekenen bij vermenigvuldigsommen met een honderdtal.

Slide 5 - Diapositive

Leerdoelgericht werken: 
Voor iedere leerling is duidelijk waar er aan gewerkt gaat worden. Docenten geven vanuit deze leerdoelen vorm aan
de inhoud van hun lessen. Om dit voor leerlingen behapbaar te houden wordt alleen het hoognodige aangeboden. Iedere les worden de beoogde leerdoelen kenbaar gemaakt en
worden onderwijsactiviteiten ingezet die moeten leiden tot het beoogde leerdoel. Hierbij wordt gericht ingezet op succeservaringen. Leerdoelen worden vanuit hoge positieve verwachtingen van alle leerlingen geformuleerd en zetten in op succeservaringen. 
Vergelijk de twee sommen
3 x 500 = 150

3 x 500 = 1500

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bespreking
Bespreek met je schoudermaatje welke som goed is uitgerekend en vertel ook waar de fout is gemaakt.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Instructie
     3 x 500 =

Ik weet: 3 x 5 = 15 dus
3 x 5 honderdtallen = 15 honderdtallen.
dus 3 x 500 = 1500

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Nu jij:
4 x 600 =

Slide 9 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

6 x 200 =

Slide 10 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag
 Maak  opdracht 51, 52, 53, 54  in je boek. Ben je klaar dan ga je naar Numo. Als je klaar bent, ga je verder met basisrekenen op Numo.
timer
20:00

Slide 11 - Diapositive

De docent zet de leerlingen aan de slag met actieve verwerking van de lesstof. De docent zorgt voor afwisseling in de oefentypes. Leerlingen leren op deze manier verschillende leerstrategieën te gebruiken. De opdrachten en/of werkvormen sluiten aan bij de vooropgestelde leerdoelen. Wanneer leerlingen (online) opdrachten krijgen is het belangrijk dat ze goed begrijpen wat ze moeten doen, hoe ze hulp van de docent kunnen krijgen en feedback kunnen krijgen over hoe ze iets kunnen verbeteren. Daarnaast geeft de docent verlengde instructie aan de leerlingen die het leerdoel nog niet behaald hebben. Verder biedt de docent verrijking en verdieping aan de leerling die dat nodig hebben. Zo kan er gedurende de les gedifferentieerd worden.
Afsluiting

Slide 12 - Diapositive

In de slotfase van de les controleert de docent of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen de les, het proces en blikt vooruit. 
5 x 600 =
A
30
B
300
C
3000
D
30000

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

9 x 200 =
A
18
B
180
C
1800
D
18000

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

7 x 700 =
A
490
B
4900
C
49
D
49000

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk cijfer geef jij jezelf voor deze les?
010

Slide 16 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions