30-01-2025

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

30-01-2025

Welkom docent Inge!

Van een tekst naar een schrijfopdracht. 

Bekijk de tekst kort.

Onderstreep wat je opvalt.

Globaal lezen

Wat valt je op? 

Wat is het onderwerp van de tekst? 

Wat vinden jullie daarvan? 

Reactie:

Wat is het?
Wat valt je op? 
Waar moet je op letten?

Je mening geven: 

Ik vind trainingsbroeken lekker zitten. - Het zit niet zo strak. 

Ik vind trainingsbroeken lekker zitten, omdat het niet zo strak zit. 

Ik vind trainingsbroeken lekker zitten, want het zit niet zo strak. 

Volgens mij, ik denk dat, mijn mening is... 

Werkwoord 'zullen'

Belofte: Ik zal je morgen helpen. 

Voorstel: Zal ik je morgen helpen? 

ik zal 
jij zult 

hij/zij zal 

wij zullen 

jullie zullen 

zij zullen 

Invuloefeningen 

Oefening 1: Kiezen tussen 'want' of 'omdat'
Let op de woordvolgorde! 

Oefening 2: Zet het nummer van de zinnen op de goede plek in de tekst. 

Oefening 3: Schrijf de juiste vorm van het werkwoord 'zullen' in de zinnen. 

Zinnen maken 

In tweetallen           Met de naamstokjes. 

Loop rond en vul samen zinnen in. 

Je gaat zinnen maken met het geven van je mening + een argument (reden) met 'want' of 'omdat'. 

Je gaat zinnen maken met het werkwoord 'zullen' 

Een belofte of een voorstel. 

Klaar? Lees de zinnen van anderen en verbeter de zinnen als dat nodig is. 

Eerst één samen!

Zullen we morgen samen winkelen?

Hoe gingen de oefeningen? Heb je genoeg informatie voor de schrijfopdracht?

Dankjewel voor jullie aandacht!