wonen en huishouden 4.1-4.4

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 1

Voor de les

Zoek de betekenis op van de woorden van Hoofdstuk 4.1 tot en met 4.4

(document staat in Teams en is uitgedeeld)

H4 ondersteunen bij textiel: bespreek in tweetallen wat je ziet

Hoofdstuk 4 ondersteunen bij textiel

Leerdoel: aan het einde van deze twee lessen kan ik de zorgvrager en naasten ondersteunen bij het verzorgen van textiel

vandaag 4.1 tot en met 4.4

volgende week 4.4 tot en met 4.7

Wat hoort er bij verzorgen van textiel? (stage en thuis)

Verzorgen van textiel

= het verzorgen van kleding, schoenen of was

taak verzorgende:

je begeleidt de zorgvrager door:

• plannen, coördineren
• overzicht en structuur geven
• adviseren en motiveren

Inhoud les

4.2  methodisch werken

4.3 kledingadviezen geven

4.4 textieletiketten lezen

zelfstandig werken

huiswerk en volgende les

4.2 Methodisch werken

Leerdoelen:

Je kunt voor verschillende doelgroepen de aandachtspunten bij het verzorgen van textiel toelichten.

Je kunt de voorschriften, protocollen en richtlijnen op het gebied van hygiëne, veiligheid, ergonomie, milieu en kostenbesparing toepassen.

Taken verzorgende bij textiel

Je verleent aanvullende zorg (je helpt alleen wat de cliënt niet meer zelf kan)

hulp kan bestaan uit:

• overnemen
• begeleiden
• adviseren
• voorlichten

Taken verzorgende bij textiel

afhankelijk van de zorgrvrager

vaardigheidstekort (kan de was niet doen): overnemen van de zorg

motivatietekort (wil/kan) de was niet doen), heeft de "drive"niet: stimuleren, stap voor stap

kennistekort (niet weten hoe je moet strijken): instructie en voorlichting

Meneer de Boer heeft een CVA en is halfzijdig verlamd. Welke ondersteuning in textiel heeft hij nodig?

Welke voorschriften van werken ken je nog? het zijn er 5

Voorschriften

hygiënisch werken

veilig werken

ergonomisch werken

milieubewust werken

kostenbesparend werken

1. Hygiënisch werken

Vervuild textiel: minimaal 60 graden wassen

Besmet beddengoed: in een afgesloten zak en draag handschoenen en een schort

voorbeeld?

2. Veilig werken

Synthetische stoffen (Polyester, Polyamide,Acryl,Elastaan) zijn brandgevaarlijk, nemen weinig vocht op.

liefst katoen of linnen

Waar let je op bij kinderkleding?

3. Ergonomisch werken. Hoe?

4. Milieubewust werken

5. Kostenbesparend

afwasmiddel: giftig

wasverzachter: let op allergische reacties, neemt vocht minder goed op, belast het milieu

liever drogen aan de waslijn dan de droger

Beter voor het milieu is vaak ook kostenbesparend!

Waar kun je nog meer aan denken?

Kijk nog eens naar de beginfoto. Wat zou dan jouw taak kunnen zijn als je bij deze persoon thuis komt? gebruik de informatie uit voorgaande slides

4.3 Kledingadviezen geven

leerdoelen:

Je kent de functies en eisen van textiel en kleding.

Je kent verschillende soorten kleding en linnengoed en je kunt de zorgvrager hierover advies geven.

Opdracht 4.3

lees 4.3 en beantwoord de volgende vragen:

welke functies hebben kleding en schoeisel?

welke eisen kun je stellen aan behaaglijke kleding (kleding die fijn zit)?

welke soorten kleding zijn er?.

wat zijn de eisen aan linnengoed?

wat is vochtopnemend vermogen?

bespreek de vragen met elkaar!

Antwoorden

functies van kleding en schoeisel:

bescherming, laten zien dat je bij een groep hoort, uiterlijk aantrekkelijk maken.

welke eisen kun je stellen aan behaaglijke kleding?

isolerende werking, vocht opnemen, wasbaar/chemisch te reinigen, elastisch, geen gevaar voor de gezondheid

Antwoorden vervolg

welke soorten kleding zijn er? ondergoed (goed wasbaar, elastisch, vochtopname, bovenkleding, regenkleding, nachtkleding, werkkleding.

wat zijn de eisen aan linnengoed?

neemt vocht op, laat geen pluis achter, is goed wasbaar

wat is vochtopnemend vermogen?

de hoeveelheid vocht die een textielsoort kan opnemen (bv katoen, linnen)

Een cliënt heeft Parkinson en is nog redelijk zelfredzaam. Wat adviseer je over zijn kledingkeuze?

4.4 Textieletiketten lezen

leerdoelen:

Je kent de eigenschappen van verschillende soorten textiel.

Je kunt textieletiketten lezen en textiel op de juiste manieren reinigen.

Je kunt een zorgvrager ondersteunen bij het verzorgen en onderhouden van verschillende typen textiel.

Grondstoffen van textiel

Textielsoorten bestaan uit vezels (=draadvormige deeltjes waaruit de stof is opgebouwd).

vezels worden om elkaar heen gedraaid (draad) en hier wordt een lap van gemaakt (door breien of weven)

De herkomst van een vezel bepaalt de eigenschappen.

Vezels

mengvezels= combinatie van vezels

groepen vezels:

1) natuurlijke vezels

2) halfsynthetische vezels

3) synthetische vezels 

(zie tabel zorpad 4.4)

Opdracht

Bekijk de tabel van 4.4: "eigenschappen van de vezels en mogelijkheden voor het onderhoud"

Je hebt een theedoek:

Van welk materiaal is het gemaakt? wat is het onderhoud? klopt dit met de functie van de theedoek?

Textieletiketten lezen

in elk kledingstuk aanwezig, meestal in de zijnaad

bestaat uit:

• samenstellingsetiket: uit welke vezelstof(fen) het kledingstuk bestaat
• behandelingsetiket: hoe je het textiel behandelt (onderhoud)

samenstelling en behandeling

Wassymbolen

Op elk etiket staan 5 (internationale) wassymbolen:

wastobbe: wassen

driehoek: bleken

vierkant (plus cirkel): drogen in de droogtrommel

strijkijzer: strijken-drogen

cirkel: chemisch reinigen

Voorschrift wassen

Voorschrift bleken

Voorschrift strijken

voorschrift chemisch reinigen

voorschrift drogen

Beschrijf dit behandelingsetiket

Wassymbolen met uitleg

Zelfstandig werken

Maak de opdrachten uit deze lesson-up

Maak de vragen van zorgpad 4.2 t/m 4.4

Lees de etiketten van de kleding en leg deze aan elkaar uit (samenstelling en behandeling) 

Klaar? begrippen opzoeken hoofdstuk 4 zorgpad, toetsvragen bedenken met 4 antwoordmogelijkheden

wat heb je deze les geleerd?

Na adviseren en voorlichten (en een beetje overnemen)

Hoe heb ik vandaag lesgegeven? 0=echt heel slecht, 100= wauw!

0100