Week 38

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Programma van de week

Talent H6:

- Formuleren 6.1 stijlkwesties op woordniveau: opdracht 1,4,5,6

- 1 les: Lezen uit je leesboek 

- 1 les: verhaalanalyse: reader mee (+leesboek)

En niet vergeten: uiterlijk donderdag 22 september je leesautobiografie inleveren.

Doelen?

Talent H6:

- Ik weet wat contaminaties, verkeerde voorzetsels, pleonasmen en tautologieën zijn.

- Ik weet hoe ik juiste verwijswoorden gebruik.

- Ik weet wanneer ik beide/beiden gebruik.

Huiswerk/Theorie 1

Doornemen theorie (vakboek 16.1, blz 181 ev)

Wat is een contaminatie?

1. Een foute combinatie van twee woorden/uitdrukkingen
2. De kleine lettertjes
3. Het gebruik van vaktaal
4. Iets wat je op twee manieren kunt uitleggen

Welk woord is een contaminatie?

1. overblijven
2. uitdrukkingen
3. nachecken
4. langzaam treuzelen

Verkeerd voorzetsel

De betekenis van de zin verandert door het gebruik van een verkeerd voorzetsel. 

- Ik ben benieuwd ... de cijfers.

- Ik ga maar af ... wat de dokter zegt. 

- Hij zit helemaal in de knoop ... zichzelf. 

Wat is een voorbeeld van een pleonasme?

1. Natte regen
2. Gezellige mensen
3. Lekke bal
4. Zeker en vast kom ik langs.

In welke zin staat een onjuist verwijswoord?

1. Tijdens het gala werd Peter tot beste coach en Marijke en Petra tot meest sportieve speelsters uitgeroepen.
2. Luid gillend, werd de verstandskies van Mieke door de tandarts getrokken.
3. Aan de goede bedoelingen van zijn docent heeft mijn broer lang getwijfeld.
4. Het beste dat je kunt doen met die lelijke wond is naar de dokter gaan.

In welke zin is het verwijswoord onjuist?

1. Hij noemde het aantal personen dat corona heeft.
2. Dat was mooi voor wie voor Ajax is.
3. Dat is wat je moet doen.
4. Hij las een boek wat hij van zijn oma kreeg.

Verwijswoorden herhaling

Kies het juiste verwijswoord:

mannelijk/vrouwelijk? Kijk in het woordenboek.

het-woorden (onzijdig)	het, zijn	dat, dit
de-woorden (mannelijk)	hij, hem, zijn	die, deze
de-woorden (vrouwelijk)	zij/ze, haar	die, deze
meervoud	zij/ze, hen, hun	die, deze

Fouten met verwijzen

Onjuist verwijzen: verkeerd verwijswoord.

Onduidelijk verwijzen: het is niet duidelijk naar welk antecedent het verwijswoord verwijst.

Verwijswoorden

Let op! Antecedent

Bepaald waarnaar het woord verwijst en kies dan het juiste verwijswoord.

De commissie van gekke mensen verkoopt haar clubhuis.

Lastige verwijswoorden

Er zijn ook een paar lastige verwijswoorden:

• dat of wat;
  
• waar + voorzetsel 
• voorzetsel + wie
• hen of hun; 

Meervouds-n bij verwijzing

Aan het werk

Mk werkboek blz. 107 opdracht 1, 4, 5, 6

(morgen bespreken/nakijken, de rest van de les van morgen is een leesles)

Zelfstandig werken

- Individueel in stilte aan het werk (dus geen overleg, geen vragen, op je plek blijven zitten)

Huiswerk

Lekker lezen

Doelen 2

Huiswerk/Theorie 2

Formuleren 6.1 nakijken van de opdrachten: blz. 107 opdracht 1, 4, 5, 6

Aan het werk

Lekker lezen uit je leesboek!

Leesautobiografie ingeleverd? Stel je laatste vragen. 

Zelfstandig werken

- Individueel in stilte aan het werk (dus geen overleg, geen vragen, op je plek blijven zitten)

Huiswerk

Lekker lezen

Doelen 3

Huiswerk/Theorie 3

Reader verhaalanalyse

Verhaal lezen

Jacques Hamelink - Horror Vacui

Aan het werk

We lezen het verhaal en maken daarna de vragen. De reader gebruik je om de begrippen uit de vragen eerst op te zoeken.

(verhaalfiguren, ruimte, perspectief, flashback, vooruitwijzing)

Zelfstandig werken

- Individueel in stilte aan het werk (dus geen overleg, geen vragen, op je plek blijven zitten)

Doelen behaald?

Huiswerk