Leereenheid 9: Gastvrijheid en veiligheid (Signaleren)

Rapporteren en Signaleren

Leereenheid 9: Gastvrijheid en veiligheid


10 mei 2021
Sema Kutlu
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
DiensverleningMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Rapporteren en Signaleren

Leereenheid 9: Gastvrijheid en veiligheid


10 mei 2021
Sema Kutlu

Slide 1 - Diapositive

Programma
Hoe was jullie vakantie?
Lesdoelen
Terugblik vorige les
Signaleren, wat je weet je daar nog over?
Signaleren
Rapporteren
Eisen rapportage 
Opdracht 1: Rapportage analyseren
Opdracht 2 : Rapportage schrijven 

Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen
De student kan uitleggen wat signaleren is.
De student kent de eisen en vormen van rapporteren
De student kan op stage een situatie signaleren en op basis daarvan een rapportage schrijven.

Slide 3 - Diapositive

Wat weet je nog over de vorige les?

Slide 4 - Question ouverte

Signaleren wat weet je daar nog over?

Slide 5 - Question ouverte

Signaleren
Signaleren gaat over het waarnemen van veranderingen en handelen naar aanleiding van wat je opmerkt. Dit gaat ongepland.

Een voorbeeld: Cliënt doet zelf haar steunkousen aan. Janneke, een helpende zorg medewerker, hoort en ziet dat de wond die mevrouw heeft, er niet goed uitziet. Mevrouw zegt dat zelf ook. Janneke signaleert dat het niet goed gaat met de wond. Ze neemt, na overleg met de cliënt, hierover contact op met haar leidinggevende.

Slide 6 - Diapositive

En dan ACTIE...
Signaleren is dus het opmerken van verandering. Maar wat kan je daar dan mee als helpende zorg medewerker?

Er zijn 4 soorten acties:
1. afwachten (is hier echt wat aan de hand?) …
2. Meedenken met cliënt (anti-slip stickers in de douche) …
3. Overleggen met cliënt en/of mantelzorg (“ik merk dat u….”, als medewerker dat durft en aankan
4. Overleggen met leidinggevende (zoals met de wond die niet goed dicht gaat)


Slide 7 - Diapositive

Rapporteren
Tijdens je stage en je werk maak je van alles mee. Om je goed voor te bereiden moet je weten wat er gebeurt op je stage en je werk. Dit betekent dat collega’s jou op de hoogte moeten houden van wat er gebeurt, maar ook andersom. Dit kun je doen door te rapporteren. 
 
Rapporteren is een ander woord voor melden. Je rapporteert over gebeurtenissen op je werk of iets wat je hebt gezien. Het bericht noem je een rapportage.

Je rapporteert om:
- Informatie aan anderen te geven over een bepaald onderwerp
- Een gebeurtenis aan anderen door te geven
- Instructie aan anderen te geven

Slide 8 - Diapositive

Soorten rapportage
Schriftelijke rapportage

Bij een schriftelijke rapportage beschrijf je de belangrijkste zaken in een dossier, notitie of digitaal in een bestand.
Voordeel: Nauwkeurig en je kunt het terug nalezen. Ook bereik je meerdere mensen.
Nadeel: Kost meer tijd en je krijgt niet meteen reactie

Mondelinge rapportage
Bij het mondeling rapporteren vertel je de belangrijkste zaken
Voordeel: Snelle informatie
Nadeel: Gesprek kan lang duren en je kan het niet ergens terug nalezen

Slide 9 - Diapositive

Wat beschrijf je in een rapportage?

Slide 10 - Question ouverte

Eisen van een rapportage
  1. Duidelijk zijn waar het over gaat
  2. En met welk doel geschreven
  3. Blijf zakelijk. Beschrijf of bespreek alleen de zaken die belangrijk zijn en maak geen grappen;
  4. Beknopt en volledig
  5. Feiten beschrijven die echt belangrijk zijn (objectief)
  6. Correct Nederlands en prettig leesbaar
  7. Huisstijl moet worden aangehouden
  8. Denk aan juist versiebeheer

Slide 11 - Diapositive

Opdracht 1: Rapportage analyseren

In deze opdrachten ga je na wat er fout gaat aan de rapportages. Beschrijf bij iedere casus wat er fout gaat.

Casus 1 Schriftelijke rapportage van Els:
Jos Gemers, kamer 201, is gevallen op dinsdag 8 maart. Hierbij heeft hij zijn arm bezeerd. Dit is de hele dag erg gevoelig geweest. Hij heeft hiervoor 2 x pijnstilling gekregen. Hij heeft de hele avond nog geklaagd en stelt zich wel aan.

Casus 2 Mondelinge rapportage van Cees:
“Mario! Je neemt zo mijn dienst over hé? Er komt straks een klant die haar tas hier heeft laten liggen. Wel een mooie meid. Ik he haar gezegd dat de tas hier ligt. Die kun je haar geven en misschien ook wel gelijk je nummer!”

Casus 3 Mondelinge rapportage van Liesbeth:
“Vanochtend tijdens het fruit eten wilde Nienke geen fruit eten. Ze zag er niet echt fit uit. Ik denk dat haar temperatuur ook te hoog was. Ik had geen tijd om het op te meten, maar ik denk dat het te hoog was. Ik heb haar hoofd gevoeld en die voelde warm. Je moet Nienke dus in de gaten houden. Ik heb de stagiair gevraagd moeder te bellen. Succes vanmiddag!”



Slide 12 - Diapositive

Opdracht 2:
Terugkijken
Schrijf een rapportage over een situatie die je hebt gesignaleerd op stage. Schrijf een rapportage van een half A4tje zoals er wordt gerapporteerd op je stage.

Heb je geen stage? Beschrijf dan een situatie die je thuis hebt meegemaakt en beschrijf een rapportage volgens de richtlijnen (zie dia ‘eisen rapportage’)

-> Alle opdrachten in teams inleveren!

Slide 13 - Diapositive