H5 - T5: BS4 De nieren

Verbind de juiste namen bij de onderdelen van het leverlobje.
Tak van galgang
Tak naar leverader
Tak van poortader
Tak van leverslagader
1 / 31
suivant
Slide 1: Question de remorquage
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Verbind de juiste namen bij de onderdelen van het leverlobje.
Tak van galgang
Tak naar leverader
Tak van poortader
Tak van leverslagader

Slide 1 - Question de remorquage

Juist of onjuist:

Bij een te hoge concentratie glucose in het bloed maakt de alveesklier insuline aan.
A
juist
B
onjuist

Slide 2 - Quiz

De lever zet ammoniak om in ureum. In de afbeelding zie je een gedeelte van een leverlobje.

In welk bloedvat tref je de hoogste concentratie ureum aan?

A
De leverader
B
De leverslagader
C
De poortader

Slide 3 - Quiz

Nieren

Slide 4 - Diapositive

Vandaag leer je:
- bouw van de nieren,
- functie van de nieren: filteren van je bloed, 
- twee processen spelen een rol:
> ultrafiltratie
> terugresorptie
> ADH

Slide 5 - Diapositive

Andere uitscheidingsorganen
Huid                lever                        longen

Slide 6 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je kunt de verschillende organen van het uitscheidingsstelsel en onderdelen van de nieren benoemen in afbeeldingen.
  • Je kunt uitleggen hoe de nieren urine produceren en bewaren.
  • Je kunt uitleggen wat de rol van ADH is bij het regelen van de hoeveelheid urine

Slide 7 - Diapositive

  • Gezuiverde bloed via nierader naar de onderste holle ader
  • Water met alle afvalstoffen verzamelt in nierbekken
  • Dit heet urine
  • Via urineleider wordt urine naar blaas vervoerd
  • Voor opslag tussen de 0,5 en 0,8 l urine
  • Vanuit blaas gaat urine via de urinebuis naar buiten.

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Slide 11 - Vidéo

Nieren
  • In nierschors en niermerg liggen nefronen
  • Nefronen bestaan uit nierbuisjes
  • Nierbuisjes monden uit in verzamelbuisjes en die weer in nierbekken
  • Nierbuisje start met nierkapseltje (kapsel van Bowman), heeft twee gekronkelde delen en een lus (lis van Henle)
  • Haarvaten uit nierslagader: glomerulus
  • Diameter afvoerende arteriolen klein, zorgt voor hoge bloeddruk glomerulus
  • Veroorzaakt ultrafiltratie naar nierkapsel

Slide 12 - Diapositive

Terugresorptie
Terugresorptie vindt plaats in:
- Tubulus,
- Lus van Henle
- Verzamelbuis

Vergelijk BINAS 85C

Slide 13 - Diapositive

Vorming urine

In een niereenheid (nefron) wordt urine gevormd.


De ultrafiltratie in kapsel van Bouwman --> vorming van voorurine


Terugresorptie heropname bruikbare stoffen in het bloed: lis van Henle, verzamelbuis, tubulus




Slide 14 - Diapositive

Lus van Henle
Met name in lus van Henle vindt terugresorptie plaats.

In dalende deel vooral water (osmo waarde stijgt).
In stijgende deel vooral zouten (osmo waarde daalt)

Slide 15 - Diapositive

Vorming urine

De urine vorming hangt af van een aantal factoren:

  • De hoeveelheid opgenomen vocht.
  • De hoeveelheid opgenomen zouten.
  • De hoeveelheid vocht en zouten die je verliest door transpiratie.

Slide 16 - Diapositive

Urine

Elke dag produceer je  ±180 liter voorurineNa terugresorptie blijft er maar 1% voorurine over: 1,5 - 2L urine.


Ong. 178L water, 1,5kg keukenzout en 270gr glucose teruggeresorbeerd. 

Slide 17 - Diapositive

Urinewegen

Urine sijpelt vanuit de verzamelbuizen in de nierkelken.

Hier beginnen de urinewegen.

De volgende organen maken deel uit van de urinewegen:

  • Nierbekken
  • Twee urineleiders
  • Urineblaas
  • Plasbuis

Slide 18 - Diapositive

Urineblaas (vesica urinae)


Slide 19 - Diapositive

hoe werkt ADH?

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

1
2
3
4
Blaas
nieren
Urinebuis
Urineleider

Slide 22 - Question de remorquage

Je drinkt erg weinig. Wat gebeurt de ADH concentratie? En de terugresorptie van water?
A
ADH neemt toe, terugresorptie toe
B
ADH neemt af, terugresorptie toe
C
ADH neemt toe, terugresorptie af
D
ADH neemt af, terugresorptie af

Slide 23 - Quiz

Vervoert de urine vanuit de nieren naar de (urine)blaas.
Slaat de urine tijdelijk op
Via deze buis verlaat urine het lichaam
Hier worden afvalstoffen uit het bloed gehaald.
Niermerg en nierschors
Urineleider
Urineblaas
Urinebuis

Slide 24 - Question de remorquage

De juiste volgorde van het uitscheidingsstelsel is...
A
Nieren - Blaas - Urineleider
B
Nieren - Urineleider - Blaas
C
Urineleider - Nieren - Blaas
D
Urineleider - Blaas - Nieren

Slide 25 - Quiz

Nierschors
Niermerg
Nierbekken
Nierader
Nierslagader

Slide 26 - Question de remorquage

In welk gedeelte van een nefron (niereenheid) wordt ervoor gezorgd dat een mens zo veel mogelijk water uit de voorurine terugresorbeerde, zodat hij slechts kleine hoeveelheden urine produceerde?
A
In de Lis van Henle
B
In het kapsel van Bowman
C
In het nierbuisje
D
In de glomerulus

Slide 27 - Quiz

terugresorptie water
terugresorptie zout
invloed ADH
terugresorptie glucose

Slide 28 - Question de remorquage

De resorptie van glucose door het nierbuisje gebeurt via actief transport. Wat is waar?
A
Het kost vrijwel geen energie
B
Het gaat vanzelf, met de concentratie mee
C
Het kost energie in de vorm van ATP
D
Het kost energie in de vorm van warmte

Slide 29 - Quiz

neurohypofyse
adenohypofyse
meer ADH
minder ADH
Als je lang niet hebt gedronken, dan
de osmotische waarde van je bloed. Hierdoor gaat de
                                                                                 produceren.
De permeabiliteit van de verzamelbuisjes wordt door dit hormoon                           , hierdoor wordt er                            water                                       uit de voorurine.

stijgt
daalt
groter
kleiner
meer
minder
gefiltreerd
geresorbeerd

Slide 30 - Question de remorquage

maken
opdracht 27 t/m 32
timer
5:00

Slide 31 - Diapositive