Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 80 min
Éléments de cette leçon
Paragraaf 1 Dierenwelzijn
11.5 nieren: klassikale uitleg
Slide 1 - Diapositive
Nog vragen over de bouw van de nieren?
Slide 2 - Question ouverte
Slide 3 - Diapositive
Klassikaal
Doel laten inzien van de bouw van de niereenheid in relatie tot werking: globaal
Details: zelf met figuur niereenheid+ Binas+lessonup nier dl2
Slide 4 - Diapositive
Nieren zuiveren bloed
Groot filter dat in eerste instantie alles wegvoert wat klein genoeg is: filtratie (passief)
Daarna resorptie van wat niet weg mag, soms passief, vaak actief
Soms worden stoffen extra weggepompt: excretie
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Kapsel van Bowman/ glomerulus
Haarvaten in het kapsel van Bowman zijn sterk vertakt: glomerulus.
Haarvaten hebben poriën-> er kan in korte tijd veel bloedplasma door.
Extra hoge bloeddruk in de glomerulus door verschil diameter tussen aan- en afvoerend slagadertje
--> ultrafiltratie
Slide 7 - Diapositive
Welke stoffen komen in de voorurine? Noem er zoveel mogelijk
Slide 8 - Question ouverte
Kapsel van Bowman/ glomerulus
In het filtraat/ de voorurine zitten: water, glucose en andere voedingsstoffen, zouten, ureum, andere afvalstoffen.
Bloedcellen, bloedplaatjes, plasma-eiwitten, micellen blijven in het bloed.
Slide 9 - Diapositive
Welke stoffen moeten voor een deel terug?
Slide 10 - Question ouverte
Voorurine -> urine
In het filtraat/ de voorurine zitten: water, glucose, zouten, ureum, andere afvalstoffen.
1. Glucose, aminozuren, vitaminen en andere voedingsstoffen moet weer terug in de bloedbaan.
2. Water en zouten moeten deels weer terug in de bloedbaan.
3. Ureum (deel) en andere afvalstoffen moeten in de voorurine blijven.
Slide 11 - Diapositive
BINAS 85C
en blz. 142 bron 22
Slide 12 - Diapositive
Processen:
1. Filtratie
2. Terugresorptie
3. extra excretie
Slide 13 - Diapositive
Terugresorptie:
rood=actief
Hoe?
water: passief
Hoe?
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Terugresorptie glucose
zie Binas 85B
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
Relatie bouw en wateruitscheiding
Waarom hebben woestijnratjes zo'n dikke merglaag (door lange lussen van Henle)?
Slide 18 - Diapositive
Wanneer heeft urine een hoge osmotische waarde?
A
wanneer er weinig water naar merg gaat
B
wanneer er veel water naar merg gaat
Slide 19 - Quiz
Verzamelbuisje
Doel: water naar merg terug laten gaan door osmose
Afhankelijk van behoefte van lichaam
Slide 20 - Diapositive
Verzamelbuisje
Osmose kan alleen als de osmotische waarde in het merg hoger is:
bovenaan: lage osmotische waarde
onderaan: hoge osmotische waarde
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Diapositive
Lis van Henle
Dalend en opgaand deel zorgen ervoor dat een 'osmotische gradient' in merg gehandhaafd wordt.
Dalend deel: alleen water eruit
Slide 23 - Diapositive
Lis van Henle
Stijgend deel: alleen NaCl, geen water transport
Slide 24 - Diapositive
Osmotische waarde in de nier
= Laag in de nierschors
(ongeveer gelijk aan
bloedplasma en
weefselvloeistof).
= Hoog het het niermerg
Slide 25 - Diapositive
Opdracht
Kijk nu de details van 12.5 en maak de vragen tot leerdoel 15 (=vraag 62)
1.Heb je moeite met de paragraaf? Kies dan voor route A (inclusief de () vragen, die je helpen om de figuren beter te begrijpen + de begrippen eruit halen.
2.Snap je het goed? Maak dan route B
3.Al eerder gemaakt en snap je het goed? Maak route C, incl * vragen
Slide 26 - Diapositive
Slide 27 - Diapositive
Slide 28 - Diapositive
Geregelde waterresorptie
Waterkanalen zorgen voor terugstromen water in het bloed.
ADH zorgt voor toename van het aantal waterkanalen in de celmembranen van de cellen in het verzamelbuisje.