Spanning in de literatuur - Impact pagina 187 - 193

• Nederlands
• Secundair onderwijs

01:30

Waarom zouden schrijvers of programmamakers die techniek gebruiken?

01:30

Waar en wanneer heb je dit al eens meegemaakt?

01:30

Wat zorgt ervoor dat een luisteraar verder zal luisteren naar dit verhaal?

00:05

Denk na tijdens het kijken: Hoe wordt hier de spanning opgedreven? Vul je antwoord in je cursus pagina 187 nr. 2. Heb je geen cursus bij, dan kan je het hier typen.

06:20

We noemen dat 'retardering'. Stel nu zelf een definitie op. Focus je daarbij op de vragen: Wat is het? Wanneer wordt het gebruikt?

06:20

Ken je zelf nog een voorbeeld waar dat gebeurt? (Noteer hier of in je cursus je antwoord)

00:35

Welk gevoel ervaar je tijdens het beluisteren van dit fragment?

00:36

Dit geluidsfragment komt uit een film. Wat denk je dat er gebeurt op dit moment?

02:41

Wat gebeurt er in het fragment?

02:43

Hoe sluit de muziek bij het fragment aan?

02:45

Is er in dit fragment ook sprake van retardering?

02:50

Dit is een fragment uit de film:

1. K3 en de kattenprins
2. De 101 dalmatiërs
3. Jaws
4. Teeth

Lees het fragment pagina 189, nummer 6 en noteer hier jouw alternatief einde.

Vergelijk de tekst pagina 189 (Vlammen) met de tekst op pagina 190 (De poppenspeler). Vul het kadertje pagina 191 bovenaan in.

Proficiat!

Je beëindigde het eerste deel van de les "Spanning in de literatuur!"