DP3

DP3
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
Dienstverlening en ProductenMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

DP3

Slide 1 - Diapositive

Welkom DP3
12:15 - 12:30
startactiviteit 
12:30 - 12.35
lesdoelen bespreken + theorie flyer
boekje 10
12:35 - 13:35
zelfstandig werken aan boekje 10
maken opdrachten:
13:35 - 13:50
check & nakijken gemaakte opdrachten
13:45 - 13:55
afronden & lesdoelen behaald
huiswerk:

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Voor wat zou je een flyer kunnen gebruiken?

Slide 4 - Carte mentale

Leerdoel

  • Je weet hoe je een 
flyer kunt maken

Slide 5 - Diapositive

Een flyer maken

Slide 6 - Diapositive

            Flyer
  • Een flyer is één blaadje. 
  • Een flyer verschijnt meestal in A5-formaat (half A4'tje) en is enkel of dubbelzijdig gedrukt. 
  • Een flyer gebruik je om veel mensen te bereiken
  • Doel: kort en bondig boodschap overbrengen
               Nieuwsgierig maken (voor bv winkel of een feest)

Slide 7 - Diapositive

      Flyer
  • Flyers worden vaak uitgedeeld op straat om bijvoorbeeld reclame te maken. 
  • Een goede flyer valt op en ziet er leuk uit.
  • Je kunt een flyer makkelijk lezen & de juiste informatie snel vinden. 

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Wat is het doel van een flyer?

a: overtuigen b: informeren c: amuseren d: overhalen
A
overtuigen
B
informeren
C
amuseren
D
overhalen

Slide 10 - Quiz

Brochure Folder Flyer
Lesdoel:
  • Het verschil weten tussen 
een flyer, folder en brochure

  • Een flyer maken

Slide 11 - Diapositive

Flyer/Folder/Brochure

  • Flyer = 1 pagina, vaak alleen voorkant.
  • Folder = meer dan 1 pagina, gevouwen.
  • Brochure = een mini boekje met meerdere 
       pagina's.

 

Slide 12 - Diapositive

Flyer
  • is een enkel, ongevouwen velletje papier
  • aan 1 of 2 zijden bedrukt
  • je kunt foto's en hele korte informatieve teksten zetten
  • Let op: wat -wanneer-waar-wie-waarom-hoe
  • je richt de tekst en afbeelding op de klant: je geeft de info die de klant wil hebben
  • je schrijft niet teveel: gebruik korte zinnen en maak de tekst niet te lang
  • tekst is enthousiast van toon
  • kies mooie duidelijke aantrekkelijke afbeeldingen
  • zorg voor een mooie layout
  • zorg dat alle tekst goed leesbaar is

Slide 13 - Diapositive