Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Hoofdstuk 2 - Les 5
Hoofdstuk 2 - Les 5
1 / 19
suivant
Slide 1:
Diapositive
Cette leçon contient
19 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Hoofdstuk 2 - Les 5
Slide 1 - Diapositive
Weet je nog?
Zet in de volgende sleepvraag de werkwoorden op de goede plek
(een sterk werkwoord verandert in de verleden tijd van klank)
Slide 2 - Diapositive
Zwakke werkwoorden
Sterke werkwoorden
blazen
blijven
consumeren
melden
openen
ruiken
slikken
smijten
vragen
zouten
Slide 3 - Question de remorquage
Alles op een rijtje
Tegenwoordige tijd:
ik-vorm = de stam
iemand anders: stam+t
meervoud: hele werkwoord.
verleden tijd:
- werkwoord langer maken
- taxi kofschip/ sexy fokschaap
= sterke en zwakke werkwoorden
Slide 4 - Diapositive
oefenen
Lees de zinnen.
vervoeg de werkwoorden op de juiste manier.
Let op: de tegenwoordige tijd en de verleden tijd staan door elkaar.
Slide 5 - Diapositive
Tijdens de ramadan ____ (mogen) je van zonsopgang tot zonsondergang niet eten.
Slide 6 - Question ouverte
Uit onderzoek _____ (zijn) vandaag gebleken, dat je van het drinken van veel frisdrank zachte botten _____ (krijgen)
Slide 7 - Question ouverte
De wielrenner ____ (eten) voor de wedstrijd drie borden pasta, omdat hij anders niet kon presteren.
Slide 8 - Question ouverte
De biologische bladspinazie ____ (worden) vorige week geoogst en verpakt.
Slide 9 - Question ouverte
Het eiland Sicilië ____ (hebben) een subtropisch klimaat
Slide 10 - Question ouverte
Mijn moeder _____ (toveren) afgelopen kerst een heerlijk diner op tafel.
Slide 11 - Question ouverte
____ (houden) je wel of niet van kaas op je pasta?
Slide 12 - Question ouverte
Van de dokter moet hij gezonder eten dus nu ____ (variëren) hij meer met groenten en fruit.
Slide 13 - Question ouverte
Tegenwoordig ____ (vinden) je steeds meer vegetarische producten in het assortiment van de supermarkt.
Slide 14 - Question ouverte
De boter ____ (spetteren) enorm toen de kok het vlees in de pan legde.
Slide 15 - Question ouverte
Hanneke _____ (proeven) een klein hapje van het vreemde gerecht.
Slide 16 - Question ouverte
Gisteren _____ (smaken) het vlees nog prima.
Slide 17 - Question ouverte
Het etiket _____ (vermelden) de ingrediënten.
Slide 18 - Question ouverte
Zelfstandig werken
Studiemeter Via vervolg
Thema 2 spelling en gramatica.
Slide 19 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Proefles o.v.t. zwakke en sterke werkwoorden, 1F
Avril 2018
- Leçon avec
27 diapositives
par
SCORE Nederlands vo/mbo
Nederlands
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 1
SCORE Nederlands vo/mbo
Spelling persoonsvorm in de vt
Juin 2019
- Leçon avec
25 diapositives
Steunles spelling
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 1
zwakke ww verl tijd
Avril 2021
- Leçon avec
14 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Les 2 De verleden tijd
Mai 2019
- Leçon avec
41 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
opdracht 16
Décembre 2021
- Leçon avec
15 diapositives
Nederlands
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 3
Zwakke en sterke werkwoorden
Mars 2022
- Leçon avec
38 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
Zwakke en sterke werkwoorden
Janvier 2023
- Leçon avec
44 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Thema 7 les 2 Zwakke en sterke werkwoorden (deel 2)
Juin 2024
- Leçon avec
22 diapositives
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 2