Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
meewerkend voorwerp
meewerkend voorwerp
jonathan & louise
1 / 15
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Cette leçon contient
15 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
meewerkend voorwerp
jonathan & louise
Slide 1 - Diapositive
wat weet je al van een meewerkend voorwerp
Slide 2 - Question ouverte
inleiding
W
at is een meewerkend voorwerp?
Hoe vind je het?
quiz
Slide 3 - Diapositive
Wat is een meewerkend voorwerp?
Iets wat je iemand geeft
Het komt minder vaak voor in een zin
Slide 4 - Diapositive
Hoe vind je het?
1. Zoek eerst het gezegde, onderwerp en lijdend voorwerp van de zin.
2. Stel nu de vraag: aan wie/ voor wie + gezegde + onderwerp + lijdend voorwerp?
3. Het antwoord op deze vraag is het meewerkend voorwerp.
Slide 5 - Diapositive
voorbeeld zin
Hij mailt de docent over het huiswerk.
Pv: mailt
Lv: over het huiswerk
On: de docent
Wg: ??
Aan wie mailt hij over het huiswerk.
Slide 6 - Diapositive
Quiz
Slide 7 - Diapositive
was dit een leuke quiz
A
da
B
oui
C
ja
D
yes
Slide 8 - Quiz
waar staat de afkorting mv voor
A
meervoud
B
metwerkend voorwerp
C
meewerkend voorwerp
D
mindervoud
Slide 9 - Quiz
wat is het mv in deze zin: Het meisje geeft de kippen voer
A
het meisje
B
geeft
C
de kippen
D
voer
Slide 10 - Quiz
Artsen zonder grenzen hebben de slachtoffers medicijnen en dekens uitgedeeld.
A
Artsen zonder grenzen
B
uitgedeeld.
C
hebben
D
de slachtoffers
Slide 11 - Quiz
De directeur gaf haar een mooi cadeau.
A
De directeur
B
haar
C
gaf
D
een
Slide 12 - Quiz
ons is het mv in deze zin: Het vakantiewerk heeft ons vijftig euro opgeleverd.
A
waar
B
niet waar
Slide 13 - Quiz
het vankantiewerk is de mv in dez zin: Het vakantiewerk heeft ons vijftig euro opgeleverd.
A
waar
B
niet waar
C
misschien
D
wie weet
Slide 14 - Quiz
wat is een meewerkend voorwerp
A
aan wie/ voor wie + gezegde + onderwerp + lijdend voorwerp
B
aan wie/voor wie + gezegde + voorzetsel (+ lijdend voorwerp)?
C
aan wie/ voor wie + gezegde + onderwerp (+bezittelijk voornaamwoord)?
D
aan wie/ voor wie + hulpwerkwoord + onderwerp (+ lijdend voorwerp)?
Slide 15 - Quiz
Plus de leçons comme celle-ci
2. Herhalen ontleden, lv, mv. bwb
Octobre 2023
- Leçon avec
18 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2,3
Herhalen ontleden, lv, mv
Novembre 2024
- Leçon avec
24 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2,3
Proeftoets zinsontleding
Octobre 2022
- Leçon avec
26 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 3
Zinsontleding
Février 2022
- Leçon avec
30 diapositives
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
Zinsontleding toets
Janvier 2025
- Leçon avec
30 diapositives
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
Meewerkend voorwerp
Septembre 2023
- Leçon avec
14 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
P1 W3 Zinsdelen
Septembre 2022
- Leçon avec
19 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Grammatica G lijdend en meewerkend voorwerp
Octobre 2024
- Leçon avec
19 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3