P1 W3 Zinsdelen
1 / 19
La durée de la leçon est: 60 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
Dat liedje kreeg van Letland de meeste punten.
Dat liedje kreeg van Letland de meeste punten.
Slide 4 - Question ouverte
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
Wij zijn tijdens de vakantie daar ook geweest.
Wij zijn tijdens de vakantie daar ook geweest.
Slide 5 - Question ouverte
Slide 6 - Diapositive
Noteer het onderwerp + werkwoordelijk gezegde:
Op het kerstrapport van Nadir stonden twee voldoendes.
Op het kerstrapport van Nadir stonden twee voldoendes.
Slide 7 - Question ouverte
Noteer het onderwerp + werkwoordelijk gezegde:
Tot mijn verbazing kregen we geen klachten.
Tot mijn verbazing kregen we geen klachten.
Slide 8 - Question ouverte
Slide 9 - Diapositive
Wat is het lijdend voorwerp in deze zin?
Tot mijn verbazing kregen we geen klachten.
Tot mijn verbazing kregen we geen klachten.
A
We
B
kregen
C
geen klachten
D
tot mijn verbazing
Slide 10 - Quiz
Wat is het lijdend voorwerp in deze zin?
Morgen koop ik appelmoes
Morgen koop ik appelmoes
A
morgen
B
ik
C
koop
D
appelmoes
Slide 11 - Quiz
Slide 12 - Diapositive
Zit er in deze zin een meewerkend voorwerp?
De directeur gaf haar een mooi cadeau.
De directeur gaf haar een mooi cadeau.
Ja
Nee
Slide 13 - Sondage
Zit er in deze zin een meewerkend voorwerp?
Het vakantiewerk heeft ons vijftig euro opgeleverd.
Het vakantiewerk heeft ons vijftig euro opgeleverd.
Ja
Nee
Slide 14 - Sondage
Slide 15 - Diapositive
Wat is de bijwoordelijke bepaling?
Na de onweersbui kwam ze snel naar huis.
Na de onweersbui kwam ze snel naar huis.
A
Na de onweersbui
B
kwam
C
ze
D
snel naar huis
Slide 16 - Quiz
Wat is de bijwoordelijke bepaling?
Zonder geluid kwam hij binnen.
Zonder geluid kwam hij binnen.
A
Zonder geluid
B
kwam
C
hij
D
binnen
