Quiz taalverzorging hoofdstuk 2

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 4

De NS ... (berichten) de reizigers gisteren te laat over de ontstane vertraging, waardoor ze een uur ... (staan) te wachten in de kou.

1. berichte stondden
2. berichten stonden
3. berichtte stonden
4. berichtte stondden

... (vinden t.t.) je dat de receptionist je vragen inmiddels correct ... (beantwoorden t.t.)?

1. vindt beantwoord
2. vind beantwoordt
3. vind beantwoord
4. vindt beantwoordt

Albert ... (vermoeden t.t.) dat zijn zus zich overal mee ... (bemoeien t.t.) nu het vakantie is.

1. vermoed bemoeidt
2. vermoedt bemoeit
3. vermoedt bemoeid
4. vermoed bemoeit

De helikopter (cirkelen v.t.) boven de bossen waar de gevangenen zojuist naartoe (vluchten v.t.).

1. cirkeldde vluchtte
2. cirkelte vluchte
3. cirkelde vluchte
4. cirkelde vluchtte

Dat het economisch herstel bevorderd (worden t.t.), is belangrijk, maar zo’n domme maatregel … (vertragen t.t.) de groei alleen maar.

1. wordt vertraagt
2. word vertraagt
3. word vertraagd
4. wordt vertraagd

Het (verbazen v.t.) mij altijd dat je zo vaak (verhuizen v.t.).

1. verbaaste verhuisde
2. verbaasde verhuiste
3. verbaasde verhuisde
4. verbaaste verhuiste

Neem de woorden die aan elkaar geschreven moeten worden correct over. Zet tussen de woorden een komma.

Tante To heeft twee duizend euro verloren in de stations hal.

Neem de woorden die aan elkaar geschreven moeten worden correct over. Zet tussen de woorden een komma.

Op de sorteer afdeling zijn drie nieuwe medewerkers aan genomen.

Neem de woorden die aan elkaar geschreven moeten worden correct over. Zet tussen de woorden een komma.

Leo heeft gisteren zijn vriendin uit Zuid Afrika op Schiphol uit gezwaaid.

Ik wil graag samenwerken met jou, nakomt omdat afspraken je jij altijd.

nakomt

omdat

afspraken

je

jij 

altijd

Terwijl de regen met bakken uit de lucht komt, fiets jas ik naar zonder huis.

fiets

jas

ik

naar

zonder

huis