Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 40 min
Éléments de cette leçon
Rekenen
STL-LS
okt 2024
Slide 1 - Diapositive
Je rijdt in een auto met 120 km/u. Je reactietijd is 1 seconde. Hoeveel meter rijd je door voor je kunt gaan remmen? (antw. in 2 decimalen)
Slide 2 - Question ouverte
Je rijdt in een auto met 120 km/u. Je reactietijd is 1 seconde. Hoeveel meter rijd je door voor je kunt gaan remmen?
120 km/uur = 120.000 m/3600 sec
= 33,33 meter
Slide 3 - Diapositive
Het snelheidsrecord van een slak is 0,48 km/dag.
Bereken de snelheid in meter/seconde?
A
0,0056 m/s
B
5,6 m/s
C
0,56 m/s
D
0,056 m/s
Slide 4 - Quiz
Het snelheidsrecord van een slak is 0,48 km/dag.
Bereken de snelheid in meter/seconde?
0,48 x 1000 m / 24 x 3600 sec
480 m/86400 s
= 0,005555555 m/s
=0,0056 m/s
Slide 5 - Diapositive
Steef kocht op 2 januari van dit jaar aandelen op de beurs in Amsterdam. Helaas was begin februari de waarde met 20% gedaald. Eind februari waren de aandelen 5% minder waard dan aan het begin van die maand. Zijn aandelen waren toen nog 9424 euro waard.
Steef kocht zijn aandelen op 2 januari voor ........ euro.
A
11874 euro
B
11191 euro
C
12400 euro
D
11780
Slide 6 - Quiz
9424/95 x 100 = 9920
9920/80 x 100 = 12400
Slide 7 - Diapositive
Als 75% van een groep de eerste vraag van een test goed beantwoord heeft en 55% de tweede vraag goed beantwoord heeft en 20% beide vragen fout heeft beantwoord.
Welk percentage heeft dan beide antwoorden goed beantwoord?
A
20%
B
50%
C
30%
D
40%
Slide 8 - Quiz
Antwoord
Stel de groep bestaat uit 100 mensen.
Van de 100 mensen hebben 20 mensen (20%) geen goed antwoord gegeven. Oftewel 80 mensen hebben tenminste 1 goed antwoord gegeven.
75 van deze 80 mensen hebben vraag 1 goed (75% van alle 100 hadden namelijk vraag 1 goed) . Oftewel er zijn 5 mensen die vraag 1 niet correct hebben (maar ook niet alles fout hebben).
Er zijn (80-55=)25 mensen die vraag 2 niet goed hebben beantwoord maar wel 1 vraag goed hebben.
Er zijn dus 80 - 5 - 25 = 50 mensen die beide vragen goed hebben beantwoorden.
Dus antwoord D is goed.
Echt een topprestatie als je dit raadsel goed hebt !!