Verbanden 3F

Verbanden 3F
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Verbanden 3F

Slide 1 - Diapositive


Hoeveel bomen zijn er gekapt om de hoeveelheid papier te produceren die Rotterdam jaarlijks weggooit?
A
282348
B
85560

Slide 2 - Quiz

Slide 3 - Diapositive


Sanne reist met de trein van Veolia van Maastricht naar Kerkrade.
Ze heeft €31,80 op haar anonieme ov-chipkaart staan en vergeet uit te checken.  Hoeveel tegoed heeft ze over?

Slide 4 - Question ouverte

Je gaat met de auto van Apeldoorn naar Deventer. de afstand is 16 km. De reis duurt 15 minuten. Wat is je gemiddelde snelheid in km/u?
A
48 km/u
B
64 km/u
C
92 km/u
D
60 km/u

Slide 5 - Quiz


Bereken hoeveel procent van het totaal aantal verkeersboetes in 2011 met de gordel te maken had.
Rond je antwoord af op één decimaal.

Slide 6 - Question ouverte

Slide 7 - Diapositive


Omrekenen

1 kilometer per uur= 1000 meter per 3600 seconde

Slide 8 - Diapositive

Je rijdt met de scooter van Deventer naar Apeldoorn, de afstand is 16 km. Je gemiddelde snelheid is 9 m/s. Hoeveel km/u rijd je?

Slide 9 - Question ouverte

Je gaat met de auto van Apeldoorn naar Deventer. de afstand is 16 km. De reis duurt 15 minuten. Wat is je gemiddelde snelheid in meter per sec?
A
10,7 m/s
B
21,4 m/s
C
17,7 m/s
D
35,4 km/u

Slide 10 - Quiz

Je rijdt in een auto met 120 km/u. Je reactietijd is 1 seconde. Hoeveel meter rijd je door voor je kunt gaan remmen?

Slide 11 - Question ouverte

Het snelheidsrecord van een slak is 0,48 km/dag.

Bereken de snelheid in meter/seconde?
A
0,0056 m/s
B
5,6 m/s
C
0,56 m/s
D
0,056 m/s

Slide 12 - Quiz

Maarten rijdt met de auto naar z'n werk. Daarbij rijdt hij 40 kilometer over de snelweg. De maximumsnelheid is 100 km/u. De eerste 20 km houdt hij zich daar keurig aan, maar hij rijdt de tweede helft 120 km/u. Hoeveel tijd heeft hij hiermee gewonnen?
A
1 minuut
B
2 minuten
C
3 minuten
D
30 seconden

Slide 13 - Quiz



Het verschil zit in het tweede stuk van 20 kilometer. Als hij netjes 100 km/u was
blijven rijden, zou hij die afstand afleggen in 2/10 uur en dat is 12 minuten.



Nu hij 120 km/u rijdt, doet hij dat traject in 2/12 uur en dat is 10 minuten. Dat is
dus 2 minuten tijdwinst.

Slide 14 - Diapositive

Steef kocht op 2 januari van dit jaar aandelen op de beurs in Amsterdam.
Helaas was begin februari de waarde met 20% gedaald.
Eind februari waren de aandelen 5% minder waard dan aan het begin van die maand. Zijn aandelen waren toen nog 9424 euro waard.

Steef kocht zijn aandelen op 2 januari voor ........ euro.
A
11874 euro
B
11191 euro
C
12400 euro
D
11780

Slide 15 - Quiz

9424/95 x 100 = 9920


9920/80 x 100 = 12400

Slide 16 - Diapositive