KERN 81_lastige woorden en leenwoorden

1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Startklaar maken: huiswerk erbij pakken, KERN boek, map, 3PAK, etui. 
timer
5:00

Slide 2 - Diapositive

Wat gaan we doen?

1. Test je voorkennis!
2. Uitleg KERN 81
3. Samen oefenen met KERN 81 (LessonUp)
4. Zelfstandig werken.

Slide 3 - Diapositive

PTO-4 Spelling
KERN 68: Bijvoeglijk naamwoord
KERN 81: Lastige woorden & leenwoorden.
KERN 82: meervoudsvormen. (vrijdag)

Slide 4 - Diapositive

1. Test je voorkennis!
>> Inloggen bij LessonUp
- 10 vragen.

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

1. Het Nederlands heeft veel woorden geleend (overgenomen) uit andere talen.
Welke talen zijn dat denk je? Noem er 1.

Slide 7 - Question ouverte

Slide 8 - Diapositive

2. Als je naar de Nederlands geschiedenis kijkt, hoe komt het dat het Nederlands veel Franse leenwoorden heeft denk je?

Slide 9 - Question ouverte

Franse invloed in Nederland

Slide 10 - Diapositive

3. Hoe spreek je de letter 'C' uit in het woord 'controle'?
A
Als een 'K'
B
Als een 'C"

Slide 11 - Quiz

Uitspraak is een K na een klinker.

Slide 12 - Diapositive

4. Na een korte klank ( 1 klinker) schrijf je altijd 'ch'.
Welke schrijfwijze is juist?
A
Lachen
B
Laggen

Slide 13 - Quiz

5. Na een lange klank (twee klinkers) schrijf je vaak een 'G".
Welke schrijfwijze is juist?
A
Leegte
B
Leechte

Slide 14 - Quiz

6. Welke schrijfwijze hoort bij deze uitspraak: [ groo-niesj]

A
Chronisch
B
Gronisch

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Diapositive

7. Welke schrijfwijze is juist?
Uitspraak: [ mis-tee-rie]
A
Misterie
B
Mysterie

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Diapositive

8. Uit welke taal komt dit woord:
"überhaupt"?
A
Engels
B
Duits
C
Frans

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Diapositive

9. Uit welke taal komt het leenwoord 'ravage'?
A
Frans
B
Engels
C
Duits

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

10. Welk Engels leenwoord gebruik jij vaak?

Slide 24 - Question ouverte

4. Zelfstandig werken
Wat?
Maak vraag 5 op bladzij 167.
Tijd?
5 minuten. Daarna nakijken.
Eerder klaar?
Begin met het huiswerk voor volgende les:
Vraag 1, 2, 4 en 8. 
timer
5:00

Slide 25 - Diapositive