Hoofdstuk 8 onderdeel 8.9 - 8.11

• WKPV1
• MBO
• Studiejaar 1

Leerdoelen

Na het volgen van deze les kan je:

- Aan de hand van een situatie vaststellen of er sprake is van belediging en belediging van een ambtenaar in functie.

- aan de hand van een voorbeeld vaststellen of er sprake is van bedreiging.

Artikel 285 WvSr

Bedreiging met een misdrijf:
Neem paragraaf 8.10 uit je boek goed door.  Lees hierbij ELKE zin in de paragraaf.

Artikel 285 van het WvSr noemt een aantal feiten waarmee je iemand kan bedreigen. Welke feiten zijn dit?

Opdracht

Sleep de uitspraken/ handelingen op de volgende slide naar de juiste categorie. 

Bedreiging

Intimidatie

Bedreiging 

met daden

Als je mij een bekeuring geeft maak ik je dood.

Ik weet je te vinden.

Met een auto op iemand inrijden en op tijd stoppen.

Als je mij een bon geeft zal ik je baas eens bellen.

Met je hand een gebaar maken alsof je iemand zijn keel doorsnijd. 

Als je mij aanhoud verkracht ik je dochter!

Als je mij aanhoud sla ik je een bloedneus

Als jij zo door gaat steek ik je huis in brand.

Artikel 300 en 304 WvSr

Mishandeling van een ambtenaar:

Lees paragraaf 8.11 van je boek goed door en maak de vragen. Lees hierbij ELKE zin in de paragraaf.

Twee vrouwen doen mee aan bokswedstrijd. Over en weer worden flinke klappen uitgedeeld. Een van de vrouwen wint nadat ze de ander een bloedneus heeft geslagen. Is hier sprake van mishandeling? motiveer je antwoord.

Het benadelen van iemands gezondheid is gelijkgesteld aan mishandeling. Geef hier een voorbeeld van:

Wat wordt er verstaan onder "mishandeling"?

Is een poging tot mishandeling strafbaar?

Wat gebeurd er met de strafmaat als een BOA in de rechtmatige uitoefening van zijn bediening wordt mishandeld?

Wat wordt er bedoeld met "gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening?

Welke onderwerpen van deze les vind je nog lastig?