Oefentoets thema Amsterdam woordenschat

• Taal
• Basisschool
• Groep 6

Oefentoets woordenschat

Oefentoets woordenschat

In deze oefentoets gaan we de woorden oefenen die in het afgelopen blok aan bod zijn geweest.

Let op je iPad diet vertelt jou precies wat je moet doen.

In een woonwijk kun je parken en plantsoenen vinden, dit noemen we ook wel...

1. De groentetuin
2. De grachtengordel
3. De groenvoorziening
4. De nationaliteit

Volgens Columbus wonen de indianen al vanaf het begin in Indië. Wat is een ander woord voor vanaf het begin?

1. Eeuwenoud
2. Oorspronkelijk
3. Prefentief
4. Hedendaags

Als je druk en opgewekt bent, dan ben je?

1. Rumoerig
2. Statig
3. Joods
4. Levendig

Jochem woont in een appartement. Wat is een appartement?

1. Een gebouw waar niemand een lange tijd woont of werkt
2. Een woning in bijvoorbeeld een flat
3. Een rijtjeshuis voor een gezin
4. Een eengezinswoning

In de flat waar ik woon speel ik vaak op de galerij. Wat is een galerij?

1. Een woning die niet op de begane grond ligt
2. De gang langs een gebouw waarop alle voordeuren uitkomen
3. De ingang van een gebouw waar ook de liften zijn
4. De voorkant van een gebouw

We leven in een mulitculturele samenleving. Wat is multicultureel?

1. Met verschillende gevels
2. Met veel verschillende landen
3. Met veel natuur
4. Met meer culturen

Tijdens het winkelen slenteren we door de stad. Wat is slenteren?

1. Rondkijken en iets kopen
2. Langzaam lopen en wat rondkijken
3. Niets kopen en naar huis gaan
4. Doorlopen

Een beschermd gebouw noem je...

1. Een monument
2. De leegstand
3. De architectuur
4. Het portiek

We gaan die spullen preventief controleren. We dan doet dus...

1. Met z'n allen
2. Met veel lawaai
3. Na afloop
4. om iets naars te voorkomen

Tijdens de geschiedenisles vertelde juf een historisch verhaal. Wat is historisch?

1. Een verhaal over de toekomst
2. Een spannend verhaal
3. Een verhaal over vroeger
4. Een heel bekend verhaal

Ik wil graag een tafel in een restaurant reserveren. Wat doe ik als ik iets ga reserveren?

1. Dat ik het na afloop van het eten doe
2. Dat je een plaats vrij laat houden
3. Dat je van alles over het restaurant leest
4. Dat je het tijdens het eten doet

Welke actie past het best bij het woord rumoerig?

1. Een brief sturen
2. Plantjes in de tuin zetten
3. In een boek lezen
4. Potten en pannen opruimen

In welke situatie wordt geen overlast veroorzaakt?

1. Het hinderlijke lawaai van de buren
2. De harde muziek waar je graag naar luistert
3. Geluiden die je niet hinderen
4. Een voetbalveldje vol hondenpoep

Wat is geen voorbeeld van architectuur?

1. De huizen aan de grachtengordel
2. Een boomhut
3. Het filmtheater Eye
4. Het Koninklijk Paleis op de Dam

Lees de antwoorden. Welk antwoord past er niet bij?

1. Eeuwenoud
2. Historisch
3. Het monument
4. Hedendaags

Lees de antwoorden. Welk antwoord past er niet bij?

1. Het portiek
2. De heling
3. De gevel
4. De galerij

Lees de antwoorden. Welk antwoord past er niet bij?

1. De aangifte
2. De misdaad
3. De politie
4. Massaal

Lees de antwoorden. Welk antwoord past er niet bij?

1. De afkomst
2. De heling
3. De overval
4. De diefstal

Lees de antwoorden. Welk antwoord past er niet bij?

1. De galerij
2. De cultuur
3. De flat
4. Het hoofdgebouw

Lees de antwoorden. Welk antwoord past er niet bij?

1. Het portiek
2. De eengezinswoning
3. Het appartement
4. De bovenwoning

Op je ID-kaart staat je nationaliteit. Je kunt daaraan zien...

1. Bij welk land je hoort
2. In welke plaats je bent geboren
3. Hoeveel broers of zussen je hebt
4. In welk land je woont

Een wijk die je vindt aan de rand van de stad noem je...

1. Een buitenwijk
2. Een groenvoorziening
3. De grachtengordel
4. Een galerij

Wat betekent het woord dialect?

1. Het kopen van gestolen spullen
2. Een oud en bijzonder gebouw
3. De taal in een streek van het land
4. Een show van veel foto's achter elkaar

Sprekende beer, exclusief batterijen. Wat betekent exclusief in deze zin?

1. Ik plaats van
2. Met
3. Tegelijk met
4. Zonder

Wat betekent de criminaliteit?

1. Het plegen van misdaden
2. De diefstal
3. De inbreker
4. een vervelende eigenschap

Voor dat kaartje is het tarief 5 euro. Wat betekent tarief in deze zin?

1. Dat het helemaal gratis
2. Dat het om een vaste prijs gaat
3. Dat je geen wisselgeld krijgt
4. Dat je onderhandelt over de prijs

Dat gebouw ziet er statig uit. Wat betekent het woord statig?

1. Dat het groot en deftig is
2. Dat het in de hoofdstad gebeurd
3. Dat het er levendig uitziet
4. Dat je hoge hakken of laarzen draagt

Het tegengestelde van nationaal is...

1. Nationaliteit
2. Nederlands
3. Historisch
4. Internationaal

Het tegengestelde van berucht is...

1. Goed bekend staan
2. Preventief
3. Iedereen kennen
4. Exclusief

Welk woord past het best bij het woord heling?

1. Massaal
2. De misdaad
3. Statig
4. Modern

EINDE

Zeer goed = tussen de 27 en 30 goed

Goed = tussen de 24 en de 26 goed

Voldoende = tussen de 15 en 23 goed

Onvoldoende = minder dan 15 goed