Thema 18.3

Thema 18.4
Zullen we een poes nemen?
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Hoger onderwijs

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Thema 18.4
Zullen we een poes nemen?

Slide 1 - Diapositive

Herhaling woordenschat 18.2

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Lien

Huiswerk4

Slide 4 - Diapositive

Schrijf 10 zinnen met minstens 8 woorden met deze werkwoorden.
Schrijf de zin eerst op papier. Verander van onderwerp en gebruik adjectieven!
1. lezen                              6. leiden
2. maken                            7. moeten
3. nemen                            8. vragen
4. reizen                             9. studeren
5. werken                            10. lopen

Slide 5 - Diapositive

1. Lezen

Slide 6 - Question ouverte

2. maken

Slide 7 - Question ouverte

3. nemen

Slide 8 - Question ouverte

4. reizen

Slide 9 - Question ouverte

5. werken

Slide 10 - Question ouverte

6. leiden

Slide 11 - Question ouverte

7. moeten

Slide 12 - Question ouverte

8. vragen

Slide 13 - Question ouverte

9. studeren

Slide 14 - Question ouverte

10. lopen

Slide 15 - Question ouverte

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Lien

Woordenschat

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Opdracht 7
Antwoord op de vragen

Slide 20 - Diapositive

Heb je huisdieren? Waarom wel of waarom niet?

Slide 21 - Question ouverte

Wat is je lievelingsdier? Dat kan een huisdier zijn, maar ook een ander dier. Leg je antwoord uit.

Slide 22 - Question ouverte

Had je vroeger als kind een huisdier? Zo ja, welk dier had je? Zo nee, waarom niet?

Slide 23 - Question ouverte

Welke huisdieren hebben mensen in je geboorteland?

Slide 24 - Question ouverte

Is de zin waar of niet waar? De meeste mensen in Nederland hebben een huisdier.

Slide 25 - Question ouverte

Wat is het populairste huisdier in Nederland? En waarom? Noem twee redenen.

Slide 26 - Question ouverte

Waarom kiezen mensen voor kleine huisdieren, zoals vissen of vogels? Noem twee redenen.

Slide 27 - Question ouverte

In Nederland mag je niet ieder dier als huisdier hebben. Noem twee dieren die niet mogen. Waarom mogen die niet?

Slide 28 - Question ouverte

Waarom nemen mensen een huisdier? Schrijf drie redenen op.

Slide 29 - Question ouverte

Waarom nemen mensen geen huisdier? Schrijf drie redenen op.

Slide 30 - Question ouverte

Voorbereiden les 18.4

Slide 31 - Diapositive