Lidwoord Argo les 2.1

• Grieks
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Geslacht

Geslacht

Mannelijk

Vrouwelijk

Onzijdig

Geslacht

ὁ θεός = de god

ἡ θεά = de godin

τὸ τέκνον = het kind

ὁ θεός 

ἡ θεά

Mannelijk

Vrouwelijk

Onzijdig

τὸ τέκνον

Geslacht

Mannelijk	Vrouwelijk	Onzijdig
ὁ θεός	ἡ θεά	τὸ τέκνον

ὁ θεός 

ἡ θεά

Mannelijk

Vrouwelijk

Onzijdig

τὸ τέκνον

ἡ γη 

τὸ δενδρον

ὁ ποταμος 

Geslacht

Mannelijk	Vrouwelijk	Onzijdig
ὁ θεός	ἡ θεά	τὸ τέκνον
ὁ ποταμος	ἡ γη	τὸ δενδρον

Meervoud

Mannelijk	Vrouwelijk	Onzijdig
ὁ θεός	ἡ θεά	τὸ τέκνον
ὁ ποταμος	ἡ γη	τὸ δενδρον
οἱ θεόι	αἱ θεαί	τὰ τέκνα
	-

Wat is het meervoud van ὁ θεός en τὸ δενδρον?

Vertaling lidwoord

τὸ δενδρον = de boom

δενδρον = een boom

οἱ θεόι = de goden

θεόι = goden 

ὁ Ζευς ??

Vertaling lidwoord

τὸ δενδρον = de boom

δενδρον = een boom

οἱ θεόι = de goden

θεόι = goden 

ὁ Ζευς ??

Je mag een lidwoord ook soms met zijn/haar/hun vertalen, als het in het verhaal past.

Hoe goed snapte je de uitleg over het lidwoord?

😒🙁😐🙂😃