Herhaling werkwoordspelling T2 (ma)

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 2

Boekenbabbel is dinsdag 2 november! 

Herhaling werkwoordspelling

- Persoonsvorm tt en vt

- Voltooid deelwoord

Hoe zit het ook alweer?

Hoe vind je de persoonsvorm ook alweer?

Mijn zus ... (surfen, tt) de hele avond rond op het internet.

1. surft
2. surfd
3. surfde
4. surfte

Waarom? De regel erbij...

Surfen -en = ik-vorm --> dus ik surf

Hij/zij surf + t 

Tip: gebruik het werkwoord 'lopen' om erachter te komen of er een -t achter moet (ik loop - jij loopt).

Joop ... (verbazen, vt) zich over de uitslag van de voetbalwedstrijd.

1. verbaaste
2. verbaast
3. verbaasde
4. verbaasd

Waarom? De regel erbij...

Verbazen -en = verbaz

't (e)x k(o)fsch(i)p

Zit de laatste letter erin? --> t

Zit de laatste letter er niet in? --> d

De meiden ... (laten, vt) gister een foto zien van de nieuwe achtbaan.

1. laatten
2. lieten
3. laten
4. liet

Waarom? De regel erbij...

Laten is een sterk werkwoord. Het verandert dus van klank.

Ik laat -> ik liet
Jij laat -> jij liet
Wij laten -> wij lieten

Wat is het verschil tussen een zwak en een sterk werkwoord?

Geef een voorbeeld van een voltooid deelwoord:

Vul in (ik-vorm):
geloven
tt = _____, vt = _____, vd = _____

Een voltooid deelwoord begint vaak met ge-, be-, ver- of ont-

Waar

Niet waar

Aan de slag

Maak opdracht 1 t/m 7 op bladzijde 160 van je boek.

Ik controleer en teken ondertussen het huiswerk van voor de herfstvakantie af (opd. 1 t/m 3 op bladzijde 84 en opd. 1 t/m 4 op bladzijde 110).

Klaar?
- Lezen uit je leesboek (moet volgende week uit zijn voor de boekenbabbel op dinsdag 2 november!!)