verbranding basis

Verbranding
basis over verbranding, blussen
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 3-6

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

Éléments de cette leçon

Verbranding
basis over verbranding, blussen

Slide 1 - Diapositive


Wat is de betekenis van het gevarenpictogram dat hiernaast 
staat afgebeeld?
A
licht ontvlambaar
B
oxiderend
C
corrosief
D
giftig

Slide 2 - Quiz


Geef de naam van de volgende formule: C (s)
A
koolstofmono-oxide
B
koolstofdioxide
C
roet
D
chloor

Slide 3 - Quiz

Welke voorwaarde uit de
branddriehoek haal je weg als
je een brand met water blust?
A
zuurstof
B
brandbare stof
C
ontbrandingstemperatuur
D
geen

Slide 4 - Quiz


Met de luchttoevoer van een gasbrander kan de kleur van de vlam worden geregeld.
Welke kleur heeft de vlam als 
de luchttoevoer ver open is?
A
blauw
B
geel
C
kleurloos
D
zwart

Slide 5 - Quiz


Wat is de betekenis van het gevarenpictogram dat hiernaast 
staat afgebeeld?
A
vuurwerk
B
irriterend
C
gassen onder druk
D
schadelijk voor het milieu

Slide 6 - Quiz


Volledige verbrandingsproducten bevatten 
altijd de atoomsoort...
A
O
B
H
C
C
D
S

Slide 7 - Quiz

Een elektrische brand kan je het beste blussen met....
A
water
B
schuim
C
poeder
D
branddeken

Slide 8 - Quiz


Naast de kleur van vlam kan je soms ook de vlam onderscheiden op basis van het geluid.
Welke geluid hoor je als 
de luchttoevoer ver open is?
A
niet ruisend
B
ruisend

Slide 9 - Quiz


Waaruit bestaat rook?
A
uit een gloeiend gas
B
uit vaste deeltjes, fijn verdeeld in de lucht
C
uit vaste gloeiende deeltjes

Slide 10 - Quiz


Hoe noemen we het vuurverschijnsel dat hiernaast te zien is?
A
vlammen
B
damp
C
vonkjes
D
rook

Slide 11 - Quiz

Welke voorwaarde uit de
branddriehoek haal je vooral weg als
je een brand met schuim blust?
A
zuurstof
B
brandbare stof
C
ontbrandingstemperatuur
D
geen

Slide 12 - Quiz


Met de luchttoevoer van een gasbrander kan de kleur van de vlam worden geregeld.
Welke kleur heeft de vlam als 
de luchttoevoer dicht is?
A
blauw
B
geel
C
kleurloos
D
zwart

Slide 13 - Quiz


Kolendamp is een gevaarlijk gas.
Kolendamp is een
andere naam voor...
A
koolstofmono-oxide
B
koolstofdioxide
C
roet
D
gasvormig koolstof

Slide 14 - Quiz

Hoe blus je een brand?
A
weghalen brandstof
B
weghalen zuurstof
C
weghalen temperatuur
D
een van de drie voorwaarden weghalen

Slide 15 - Quiz


Alcohol (C2H6O) wordt volledig verbrand
Welk reactieproduct zal niet gevormd worden?
A
koolstofdioxide
B
water
C
koolstofmono-oxide

Slide 16 - Quiz

Bekijk de onderstaande zinnen over blussen. 
Sleep de zinnen naar de voorwaarde in de branddriehoek die je wegneemt.
Gaskraan uitdraaien.
Papierbrand blussen met water
Iemand in een branddeken wikkelen.
Aansteker uitblazen.
Bosbrand doven met zand.

Slide 17 - Question de remorquage

Je hebt drie stoffen voor je liggen. Je hebt getest wanneer deze gaan branden: 

- IJzer gaat niet branden als je er een lucifer bij houdt.  
- Silaan gaat branden terwijl het in het klaslokaal ligt.  
- Benzine gaat branden als je er een lucifer bij houdt. 

Sleep de stoffen in de volgorde (van links naar rechts) van lage ontbrandingstemperatuur naar hoge ontbrandingstemperatuur.
ijzer
silaan
benzine

Slide 18 - Question de remorquage

Als je water vernevelt en op een brand spuit, dan ...
A
wordt de zuurstof weggedrukt
B
dan wordt de temperatuur verlaagd
C
dan wordt de brandstof weggenomen
D
dan wordt de mengverhouding anders

Slide 19 - Quiz

Wanneer noem je een verbranding een brand?
A
wanneer hij onder controle is
B
wanneer hij niet meer onder controle is
C
wanneer de mens het heeft aangestoken
D
wanneer het vanzelf ontstaan is

Slide 20 - Quiz

Het branden van een fietslampje
is een chemische reactie...
A
waar
B
niet waar

Slide 21 - Quiz

Je zet een potje over een brandende kaars.
De kaars gaat uit.
Welk onderdeel van de branddriehoek haal je weg?
A
brandstof
B
zuurstof
C
ontbrandings-temperatuur
D
geen

Slide 22 - Quiz

Welke verbrandingsvoorwaarde haal je weg door een brand te blussen met een branddeken?
A
ontbrandingstemperatuur
B
brandstof
C
zuurstof
D
geen

Slide 23 - Quiz

Hoe kun je een brand niet blussen?
A
verwijderen van de brandstof
B
verwijderen van de zuurstof
C
verwijderen van de temperatuur
D
meer zuurstof toevoegen

Slide 24 - Quiz

Wat is er nodig voor een brand?
A
warmte, lucht en stof
B
brandstof, temperatuur, lucht
C
brandstof, zuurstof, ontbrandingstemperatuur
D
brandstof, zuurstof, warmte

Slide 25 - Quiz

Zoek het goede blusmiddel voor de brand (er zijn meer mogelijkheden).
blusdeken
water
schuim
brandend haar
brandende wasdroger
brandend vloerkleed
brandende auto
brandende olie

Slide 26 - Question de remorquage

Welke brandstof zal eerder branden?

A
steenkool: ontbrandingstemperatuur: 350˚C
B
papier: ontbrandingstemperatuur: 200˚C

Slide 27 - Quiz

Bij een brand in een woonwijk worden omliggende huizen natgespoten met water om te voorkomen dat de brand overslaat.
Welke voorwaarde wordt weggenomen?
A
zuurstof
B
brandstof
C
temperatuur

Slide 28 - Quiz

Waarom kun je een benzine-brandje
niet blussen met water?
A
water en benzine mengen niet
B
water maakt het niet koud genoeg
C
water neemt zuurstof niet weg
D
de brand wordt erger

Slide 29 - Quiz

Is het branden van kaarsje endotherm of exotherm?
A
endotherm
B
exotherm

Slide 30 - Quiz

Een gasleiding is in brand geraakt. Om de brand te blussen draait de brandweer de gaskraan dicht. Welke voorwaarde voor verbranding haalt de brandweer weg?
A
brandstof
B
temperatuur
C
zuurstof

Slide 31 - Quiz

Het branden van kaarsvet is een chemische reactie.
A
waar
B
niet waar

Slide 32 - Quiz

Sleep de onderdelen naar de juiste plek.
brandbaar
niet brandbaar
CO2
H2O
koolstofmono-oxide
karton
papier
zuurstof
hout
suiker
steen
suikeroplossing
waterstof

Slide 33 - Question de remorquage

Een olie brand kun je niet blussen met...?
A
zand
B
schuim
C
blusdeken
D
water

Slide 34 - Quiz