Economie (rekenen)

Rekenles 26-3-2020
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Rekenles 26-3-2020

Slide 1 - Diapositive

Wat ga je leren?
- welke uitgaven je kunt hebben
- hoe je berekeningen rondom je inkomen kunt maken
- wat een begroting is
- hoe je een begroting moet maken
- hoe het verschil ligt tussen munteenheden

Slide 2 - Diapositive

Uitleg
Moet je iets per dag berekenen? 
Bereken dan eerst wat het is per jaar en reken dan terug naar wat het is per dag, door het door het aantal dagen per jaar te delen. 

Slide 3 - Diapositive

Reken uit: je krijgt 8,75 euro zakgeld per week. Hoeveel is dat per maand?
En hoeveel is dat per jaar? (mag met rekenmachine)

Slide 4 - Question ouverte

Je verdient per jaar 19.450 euro. Hoeveel verdien je dan per maand? En hoeveel per dag?
(mag met rekenmachine)

Slide 5 - Question ouverte

Percentages berekenen

Slide 6 - Diapositive

Ties leent € 500,- van zijn ouders.
Zijn ouders vragen 4,5% rente over het bedrag.
Hoeveel moet Ties in totaal aan zijn ouders betalen?
(zonder rekenmachine!)

Slide 7 - Question ouverte

Kim leent € 250,- van haar vader.
Haar vader vraagt 6% rente over het bedrag. Hoeveel moet Kim in totaal terugbetalen? (zonder rekenmachine!)

Slide 8 - Question ouverte

Kijk naar rekening op de volgende dia. Op de totale rekening krijg je nog eens 3% korting. Hoeveel moet je in totaal betalen? (zonder rekenmachine!)

Slide 9 - Question ouverte

Afbeelding bij de vorige vraag

Slide 10 - Diapositive

Je verdient per maand 2345 euro. Alle lasten moeten eraf. Hoeveel geld kun je sparen? Schrijf ook de hele berekening erbij!! (probeer zonder rekenmachine!)
Vaste lasten
37% huur
14% boodschappen
14% verzekeringen
12% benzine
8% overige persoonlijke uitgaven
5% goede doelen
3% overig

Slide 11 - Question ouverte

Uitgaven
Dagelijkse uitgaven:.........................................?

......................................................> wasmachine, auto, vakantie


Vaste lasten:...................................................?

Slide 12 - Diapositive

Begroting & budgetteren
Begroting
Een overzicht van je verwachte inkomsten en uitgaven voor de komende periode.
Budgetteren
Zorgen dat je uitgaven niet hoger worden dan je inkomsten

→ dus geen geld tekort komen

Slide 13 - Diapositive

Hoe ziet jouw begroting eruit? Maak het op een blaadje en maak daarna een foto. Zie als voorbeeld dia 30 of 31.
Aanvulling
Deze inkomsten en uitgaven krijgt alleen de docent te zien. Heb je daar problemen mee? Dan maak je een voorbeeld wat lijkt op jouw gegevens. Het zal puur een educatieve opdracht zijn, het zal verder nergens anders voor gebruikt worden.

Slide 14 - Question ouverte

Maak een begroting bij de uitgaven en inkomsten die je op de volgende pagina ziet. Wat houd je in totaal over per maand?

Slide 15 - Question ouverte

  • telefoonrekening 12 euro per maand
  • boodschappen 8 euro per dag
  • salaris 2800 euro per maand
  • huur voor de woning 850 euro per maand
  • zorgverzekering 133 euro per maand
  • autoverzekering 60 euro per maand
  • benzine 30 euro per week

  • verzorgingsproducten 17 euro per maand
  • goede doelen 12 euro per maand
  • kleding 130 euro per jaar
  • schoenen 130 euro per jaar
  • voer voor de dieren 20 euro per maand

Slide 16 - Diapositive

Wat heb je deze les geleerd?
Geef ook aan wat je van de les vond en of je er nog meer informatie/lessen over wilt of niet.

Slide 17 - Question ouverte

Wil je nog extra oefenen?
Als je nog extra wilt oefenen met opdrachten rondom geld, dan kun je op de volgende dia op een link klikken. 
Daar staat allerlei opdrachten op om meer te oefenen met dit soort opdrachten. 
Hoe meer bolletjes er voor de opdracht staan, 
des te moeilijker de opgave is. 

Het is niet verplicht maar mijn advies is: oefen als je het moeilijk vindt!!

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Lien