Taal thema 2 woordenschat

• Taal
• Basisschool
• Groep 7

Taal 

Thema 2 (woordenschat)

onder de knie hebben

1. niet doorgaan
2. weten hoe iets moet
3. niet blij, mopperend

aan de aandacht ontsnappen

1. als je iets niet hoort of ziet
2. snel afgeleid raken
3. iets goed onthouden

uit de hand lopen

1. het gaat helemaal mis, je kunt het niet controleren
2. het gaat volgens plan
3. onder controle houden

oorspronkelijk

1. meemaken, ervaren
2. ergens anders
3. in het begin, eerst

het toerisme

1. ontspannen, rustig
2. iets waarvan je denkt dat het niet goed is, niet klopt
3. mensen die naar het buitenland reizen

het hulpmiddel

1. niet doorgaan
2. wat je gebruikt om iets gemakkelijker te kunnen doen
3. streng

overtollig

1. meer dan nodig is
2. de resten van een boot, auto of vliegtuig na een ongeluk
3. druk en zenuwachtig, niet rustig

de vrijwilliger

1. dit hebben mensen die nieuwe of mooie dingen kunnen bedenken
2. iemand die voor geen geld werk doet wat hij of zij leuk vindt
3. een prettig, opwindend gevoel

opgetogen

1. ergens negatief tegenover staan
2. niet doorgaan
3. heel blij, tevreden

afwijzend betekent 'ergens negatief tegenover staan'

1. waar
2. niet waar