Cette leçon contient 21 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 120 min
Éléments de cette leçon
Pruiken en revoluties
Paragraaf 2.1 De Pruikentijd
Tijdvak 7
Pruiken waren de mode tussen 1700 en 1800
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Leerdoel
Aan het einde van deze les kunnen jullie uitleggen waarom de 18e eeuw de pruikentijd wordt genoemd. Kunnen jullie uitleggen wat een standenmaatschappij is en hoe deze uiteindelijk onder invloed van de Verlichting ten einde kwam.
Slide 3 - Diapositive
Informatieboek op pagina 23
Slide 4 - Diapositive
Nederland
Nederland was niet meer het rijkste land van Europa, zoals dit in de Gouden Eeuw het geval was
In de steden was het vaak armoedig, daarom bouwden rijke Amsterdammers dure huizen aan de rivieren
In Nederland was er geen koning, de adel had weinig macht en de geestelijkheid bestond niet in de protestante kerk
Slide 5 - Diapositive
Pruiken voor de rijken
In de 18e eeuw was het in de mode om pruiken te dragen
Daarom wordt de 18e eeuw de pruikentijd genoemd
Met een pruik konden mannen laten zien hoe rijk of belangrijk ze waren
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Vidéo
De standenmaatschappij
De bevolking was verdeeld in standen (met name in Frankrijk)
Slide 8 - Diapositive
De standenmaatschappij
De bevolking was verdeeld in standen (met name in Frankrijk)
Eerste stand
Geestelijkheid
Slide 9 - Diapositive
De standenmaatschappij
De bevolking was verdeeld in standen (met name in Frankrijk)
Eerste stand
Geestelijkheid
Tweede stand
Adel
Slide 10 - Diapositive
De standenmaatschappij
De bevolking was verdeeld in standen (met name in Frankrijk)
Eerste stand
Geestelijkheid
Tweede stand
Adel
Derde stand
De rest(handelaren, boeren, arbeiders)
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
De derde stand
Bijna de hele bevolking hoorde bij de derde stand
Rijke boeren
Handelaren
Kleine boeren
Ondernemers
Artsen
Ambachtslieden
Arbeiders
Bankiers
Zwervers
Slide 13 - Diapositive
Standenmaatschappij
De derde stand doet het zware werk, betalen alle belastingen en hebben geen rechten.
De eerste en tweede stand hadden privileges (voorrechten, dingen die zij wel mochten doen en anderen niet).
Slide 14 - Diapositive
De standenmaatschappij
De standenmaatschappij was oneerlijk. Eerste twee standen hadden privileges(voorrechten)
Slide 15 - Diapositive
De standenmaatschappij
De standenmaatschappij was oneerlijk. Eerste twee standen hadden privileges(voorrechten)
Slide 16 - Diapositive
Eigenlijk...
Kwam het er op neer dat de boeren en burgers werkten en belasting betaalden voor de eerste en tweede stand.
Slide 17 - Diapositive
Leg de afbeelding uit
Wie zie je?
Wat is de boodschap van de maker?
Slide 18 - Diapositive
Welke standen waren er in Frankrijk, en wat was de volgorde?
Slide 19 - Diapositive
In Frankrijk kan iemand heel rijk zijn, maar toch niets te vertellen hebben. Hoe kan dat?
Slide 20 - Diapositive
Voor nu: maken / huiswerk
Introductieopdrachten 1 tot en met 3 op pagina 26 van het werkboek - straks nabespreken